Wat is GRI? Global Reporting Initiative

Jouw gids voor transparante ESG-rapportage

Het Global Reporting Initiative (GRI) is wereldwijd de meest gebruikte standaard voor duurzaamheidsrapportage. GRI helpt organisaties van elke omvang om open en gestructureerd te rapporteren over hun milieu-, sociale en governance-impact (ESG). De richtlijnen worden wereldwijd erkend als dé benchmark voor transparantie en verantwoording in duurzaam ondernemen.

GRI biedt bedrijven een “gemeenschappelijke taal” om hun duurzaamheidsinspanningen te communiceren, zowel intern als extern. Dit maakt prestaties onderling vergelijkbaar, versterkt stakeholdervertrouwen én ondersteunt strategische besluitvorming op basis van impact.

De organisatie, missie en doelstelling achter GRI

De Global Reporting Initiative (GRI) is een internationale, onafhankelijke non-profit organisatie die wereldwijd richtlijnen en standaarden ontwikkelt voor duurzaamheidsrapportage. Het doel van GRI is om bedrijven en andere organisaties te helpen verantwoordelijkheid te nemen voor hun impact op mensen en planeet, door hen een gemeenschappelijke taal te bieden om over deze impact te communiceren. GRI werd eind jaren ’90 opgericht (initiatief van UNEP en CERES) en introduceerde ’s werelds eerste brede duurzaamheidsrapportagestandaard.

Missie: GRI’s missie wordt wel omschreven als “de wereld op duurzame wijze verbeteren door organisaties in staat te stellen de effecten van hun activiteiten op mensen en het milieu te begrijpen en te communiceren”. In lijn hiermee promoot GRI transparantie en vergelijkbaarheid van niet-financiële informatie, zodat organisaties hun economische, milieu- en sociale prestaties kunnen rapporteren en stakeholders inzicht krijgen in zowel positieve als negatieve impact. Het GRI-secretariaat is gevestigd in Amsterdam en GRI werkt met een wereldwijd multi-stakeholder netwerk voor de ontwikkeling en verfijning van de standaarden.

Reikwijdte en gebruik: De GRI-standaarden vormen een flexibele, modulaire set die toepasbaar is op organisaties van elke omvang, in elke sector (privaat of publiek, beursgenoteerd of MKB). Wereldwijd maken circa 14.000 organisaties in meer dan 100 landen gebruik van de GRI-standaarden voor hun duurzaamheidsverslaggeving. Volgens recent onderzoek blijft GRI daarmee veruit het meest gebruikte raamwerk voor MVO-rapportage wereldwijd. GRI-rapportages zijn vrijwillig, maar worden door investeerders, beleidsmakers en andere belanghebbenden erkend als toonaangevend voor transparante communicatie over ESG (Environmental, Social, Governance) prestaties.

Waarom GRI gebruiken? De voordelen voor bedrijven

Werken met GRI brengt verschillende voordelen met zich mee:

  • Transparantie richting stakeholders – Laat klanten, investeerders en medewerkers zien waar je als bedrijf voor staat.
  • Voorbereiding op wetgeving – GRI is maximaal afgestemd op de Europese CSRD-richtlijn. Rapporteren volgens GRI betekent dus: voorbereid zijn op toekomstige verplichtingen.
  • Verbetering van prestaties – Door gestructureerd te meten en rapporteren ontstaat inzicht in wat goed gaat én wat beter kan.
  • Concurrentievoordeel – GRI helpt bedrijven zich te onderscheiden in aanbestedingen, investeringsgesprekken of ESG-ratings zoals EcoVadis.
  • Intern draagvlak – Het GRI-proces bevordert interne samenwerking en bewustzijn over duurzaamheidsthema’s.
GRI Logo

Thema’s in de GRI-standaarden

(economisch, milieu, sociaal)

De GRI-standaarden beslaan een breed scala aan duurzaamheidsonderwerpen, gegroepeerd in economische, milieu- en sociale thema’s. GRI heeft een modulaire opbouw: Universele standaarden (GRI 1, 2, 3) die voor alle organisaties gelden, en Topic-specific standaarden voor specifieke onderwerpen. Tot 2021 waren deze onderwerpstandaarden gegroepeerd in de zogeheten 200-, 300- en 400-series (respectievelijk Economisch, Milieu en Sociaal). In de nieuwste structuur (GRI 2021 update) is deze indeling formeel losgelaten, maar inhoudelijk dekt GRI nog steeds dezelfde domeinen. Enkele belangrijke thema’s die in GRI-standaarden aan bod komen:

  • Economische onderwerpen: Deze betreffen de impact van de organisatie op de economische omgeving en belanghebbenden (niet te verwarren met de financiële resultaten van de organisatie zelf). Voorbeelden zijn: economische prestaties (bijv. indirecte economische effecten op de gemeenschap), marktpositie en inkooppraktijken, anti-corruptie en anti-omkoping, ethiek en integriteit, belastingstrategie en innovatie. Deze disclosures geven inzicht in hoe de organisatie bijdraagt aan economische ontwikkeling, eerlijke bedrijfspraktijken en governance.
  • Milieu- of ecologische onderwerpen: Hieronder vallen alle impacts op natuurlijke systemen (levend en niet-levend) zoals land, water, lucht en ecosystemen. Voorbeelden: materialen- en grondstoffengebruik, energieverbruik (en hernieuwbare energie aandeel), wateronttrekking en lozingen, biodiversiteit (impact op ecosystemen, beschermde gebieden), uitstoot van broeikasgassen en andere emissies (luchtvervuiling), afvalbeheer en recycling, en milieunaleving (bijv. overtredingen van milieuwetgeving). GRI biedt voor al deze onderwerpen specifieke indicatoren (bijv. ton CO₂-uitstoot, waterverbruik in m³, etc.) zodat organisaties kwantitatief en kwalitatief kunnen rapporteren over hun milieu-impact.
  • Sociale en maatschappelijke onderwerpen: Deze bestrijken de invloed op mensen en sociale systemen. Het gaat zowel om interne sociale aspecten (werknemers) als externe (gemeenschappen, klanten, toeleveringsketen). Denk aan arbeidsomstandigheden en rechten van werknemers (bijv. gezondheid en veiligheid op het werk, training, diversiteit en gelijke kansen, beloning), mensenrechten (zoals vermijden van kinder- en dwangarbeid in de keten, non-discriminatie, vrijheid van vereniging), impact op lokale gemeenschappen (bijv. onteigeningen, gemeenschapsontwikkeling, klachtenmechanismen), productaansprakelijkheid en klantveiligheid (bv. productveiligheid, privacy van klantgegevens) en maatschappelijke betrokkenheid en investeringen.
  • Bestuur & organisatie: Hoewel governance (bestuur) geen aparte GRI-categorie is, wordt dit gedekt in de Universele standaarden. GRI 2 (General Disclosures) vraagt organisaties o.a. hun governancestructuur en processen rond duurzaamheid te beschrijven (zoals rol van de Raad van Bestuur in toezicht op MVO, ethische code en anticorruptiebeleid, stakeholderdialoog processen, etc.). Ook wordt gekeken naar strategie en beleid op duurzaamheid, en hoe due diligence op mensenrechten en milieu is ingebed. Daarmee komen ook bestuurlijke thema’s en ESG-governance expliciet aan bod in GRI-rapportages.

Samengevat dekken de GRI-standaarden alle belangrijke ESG-domeinen – van financiële indirecte impacts tot klimaatverandering, biodiversiteit, arbeidsrechten, ketenbeheer en governance. Organisaties selecteren uit deze brede waaier de materiële onderwerpen die voor hen van toepassing zijn en rapporteren daarover volgens de GRI-indicatoren. GRI blijft de standaarden actualiseren en uitbreiden: zo zijn er inmiddels ook Sectorstandaarden ontwikkeld die per sector specifieke belangrijke thema’s uitlichten (bijv. voor olie & gas, landbouw, financiële dienstverlening, etc.), zodat verslaggeving nog relevanter wordt voor de sector-specifieke impacts.

GRI Standards

De hoofdprincipes van GRI

GRI-rapportage rust op vier inhoudelijke en zes kwaliteitsprincipes:

Inhoudelijke principes (Wat moet er in het verslag?)

  1. Stakeholderbetrokkenheid
    Betrek de belanghebbenden actief bij het bepalen van de inhoud van het verslag. Denk aan klanten, medewerkers, investeerders, leveranciers, ngo’s of lokale gemeenschappen. GRI vraagt expliciet hoe deze groepen zijn geraadpleegd en hoe hun input is verwerkt in de selectie van thema’s. Dit zorgt voor draagvlak en relevantie.
  2. Duurzaamheidscontext
    Plaats je prestaties niet los van de werkelijkheid, maar in relatie tot bredere duurzaamheidsuitdagingen zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, mensenrechten of sociale ongelijkheid. Presteer je goed in absolute zin, of alleen ten opzichte van je branchegenoten? GRI moedigt bedrijven aan om impact te plaatsen in maatschappelijke context.
  3. Materialiteit
    Niet alles hoeft gerapporteerd te worden – alleen dat wat ‘materieel’ is. Oftewel: onderwerpen die substantiële impact hebben op milieu, mens of maatschappij én/of van wezenlijk belang zijn voor stakeholders. Denk aan CO₂-uitstoot, eerlijke beloning of mensenrechten in de keten. Een materialiteitsanalyse helpt deze prioriteiten scherp te krijgen. GRI ondersteunt het principe van dubbele materialiteit: je kijkt zowel naar de impact van als de impact op je organisatie.
  4. Volledigheid
    Zorg dat je rapportage een volledig beeld geeft: qua reikwijdte (welke bedrijfsonderdelen zijn meegenomen), tijdsperiode (het volledige verslagjaar) en thematische diepgang. Essentiële informatie mag niet ontbreken. Zo kunnen lezers echt beoordelen hoe jouw organisatie presteert en welke impact je maakt.

Kwaliteitsprincipes (waar moet het verslag aan voldoen?)

Principes voor kwaliteit: Naast de inhoudelijke principes hanteert GRI ook kwaliteitsprincipes om de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de gerapporteerde informatie te garanderen.

  1. Evenwichtigheid
    Het verslag moet zowel positieve als negatieve resultaten eerlijk weergeven
  2. Vergelijkbaarheid
    Informatie moet consistent gepresenteerd worden, zodat prestaties over jaren of tussen organisaties vergeleken kunnen worden
  3. Nauwkeurigheid
    De gepresenteerde informatie moet met de grootste nauwkeurigheid worden verzameld
  4. Tijdigheid
    Organisatie moeten regelmatig en actueel rapporteren
  5. Duidelijkheid
    De rapportage moet begrijpelijke en toegankelijke informatie bevatten
  6. Betrouwbaarheid
    Gegevens moeten verzamel- en controleerbaar zijn

Deze kwaliteitsprincipes overlappen deels met algemeen aanvaarde verslaggevingsprincipes en beogen dat een GRI-verslag niet alleen inhoudelijk relevant is, maar ook geloofwaardig en goed te gebruiken door de doelgroep.

Wil je weten hoe jij snel en eenvoudig aan de slag kunt gaan met de verduurzaming van jouw organisatie?
Download dan ons whitepaper: In zeven stappen duurzaam

GRI in verhouding tot andere duurzaamheidsstandaarden en benchmarks

Het landschap van duurzaamheidsrapportage en -certificering is volop in ontwikkeling. GRI is een vrijwillige globale standaard, maar er bestaan diverse andere raamwerken en normen die zich richten op (of overlappen met) aspecten van duurzaamheid en MVO. Hieronder bespreken we hoe GRI zich verhoudt tot enkele belangrijke andere standaarden:

  • VSME (Voluntary SME Sustainability Reporting Standard): Dit is een Europese standaard voor duurzaamheidsrapportage speciaal voor niet-beursgenoteerde mkb-bedrijven. De VSME is vrijwillig en bedoeld als laagdrempelig raamwerk voor kleine en middelgrote ondernemingen om over ESG-prestaties te rapporteren. In december 2024 heeft adviesorgaan EFRAG de definitieve VSME-standaard aangeboden aan de Europese Commissie. VSME is modulair opgezet: er is een basismodule voor starters, met optionele uitbreidingen voor beleid/acties/doelen (“PAT”-module) en voor ketenvraagstukken (Business Partner module). Laatstgenoemde speelt in op vragen die MKB’s kunnen krijgen van grote klanten die onder CSRD-plicht vallen. Relatie tot GRI: GRI en VSME hebben een vergelijkbaar doel – transparantie over ESG – maar VSME sluit direct aan op de Europese CSRD/ESRS vereisten. MKB’s die niet onder CSRD vallen, kunnen ervoor kiezen GRI of VSME te volgen (of beide). GRI is internationaler en uitgebreid, terwijl VSME toegespitst is op de schaal en behoeften van het MKB binnen de EU. De inhoud overlapt grotendeels (beide behandelen milieu, sociaal en governance onderwerpen); VSME is echter eenvoudiger en vereist bijvoorbeeld geen uitgebreide dubbele materialiteitsanalyse zoals de ESRS dat doet. Bedrijven zouden VSME kunnen gebruiken als opstap of vereenvoudigde versie, terwijl GRI meer diepgang en wereldwijde herkenning biedt.

 

  • EcoVadis: EcoVadis is geen rapportagestandaard maar een beoordelingsplatform dat bedrijven (vaak in toeleveringsketens) beoordeelt op duurzaamheid. EcoVadis hanteert een vragenlijst en documentenaudit om een ESG-scorecard te bepalen voor leveranciers. De evaluatie is gebaseerd op 21 criteria in vier thema’s: Milieu, Arbeid & mensenrechten, Ethiek en Duurzame inkoop. De methodologie van EcoVadis is expliciet gebaseerd op internationale standaarden zoals GRI, UN Global Compact en ISO 26000. Daarmee sluit de inhoud aan bij wat ook in GRI-rapportages verschijnt, zij het dat EcoVadis een score toekent in plaats van een openbaar verslag. EcoVadis faciliteert bedrijven om duurzaamheidsprestaties van hun leveranciers te monitoren; het wordt door veel multinationals ingezet in het inkoopproces. Inmiddels zijn wereldwijd al meer dan 150.000 bedrijven beoordeeld via EcoVadis, in ruim 185 landen. Relatie tot GRI: Bedrijven die volgens GRI rapporteren, hebben vaak een voordeel bij EcoVadis – de gegevens uit het GRI-verslag (beleid, KPI’s, resultaten) kunnen dienen als bewijsstukken voor de EcoVadis assessment. Omgekeerd kan een EcoVadis scorecard dienen als input voor een GRI-rapport. GRI is openbaar en gestandaardiseerd; EcoVadis is privaat en vergelijkend. Beide streven naar verbetering van duurzaamheidsprestaties, maar GRI legt de nadruk op transparantie en eigen verantwoordelijkheid van de organisatie, terwijl EcoVadis dient als benchmarking-tool in de keten (met nadruk op compliance en continue verbetering op basis van scores).

 

  • B-Corp certificering: Een B Corporation certificering (van B Lab) is een keurmerk voor bedrijven die voldoen aan hoge standaarden op gebied van sociale en milieuprestaties, transparantie en accountability. Waar GRI een rapportagerichtlijn is, gaat B-Corp een stap verder: bedrijven moeten via de B Impact Assessment (BIA) aantonen dat ze een bepaalde score halen op alle ESG-aspecten en daarnaast hun bestuursstructuur aanpassen om rekening te houden met álle stakeholders (en niet alleen aandeelhouders). B-Corp beoordeelt een bedrijf holistisch – van governance en medewerkersbeleid tot community impact, milieu en klantgerichtheid. Alleen bedrijven die minimaal 80 van de 200 punten scoren in de BIA en de juridische commitment maken, krijgen de certificering. Inmiddels zijn er wereldwijd bijna 10.000 B Corps gecertificeerd (9.576 per maart 2025), waaronder zowel kleine ondernemingen als grote multinationals. Relatie tot GRI: GRI en B-Corp hebben een gedeeld ethos van stakeholdercapitalisme en duurzame waarde, maar een verschillend instrument: GRI is gericht op openbaar rapporteren van impact (transparantie), B-Corp op extern toetsen en certificeren van impact (prestatie). Volgens B Lab vullen de twee elkaar aan – de GRI-standaard is wereldwijd het meest gebruikt voor verslaglegging, terwijl de B Impact Assessment een instrument is om prestaties te meten en te verbeteren. In de praktijk kunnen bedrijven GRI-rapporten gebruiken om hun B-Corp assessment te voeden en vice versa. Een belangrijk verschil is dat GRI-rapportage open-eind informatie bevat (kwalitatief en kwantitatief, organisatie kiest zelf welke indicatoren relevant zijn), terwijl de BIA een vastgestelde set vragen en metrics hanteert en een score genereert. Bovendien vereist B-Corp permanente verbetering: certificering moet elke drie jaar hernieuwd worden met vaak hogere eisen, terwijl GRI geen “slaging” of minimumscore kent – het is een instrument voor verslaglegging. Men zou kunnen stellen dat GRI disclosure een basis biedt, en B-Corp certificering de lat legt voor wat goed presteren is – B Corps moeten aantonen dat ze boven gemiddeld maatschappelijk presteren, waarbij GRI een manier kan zijn om daarover te rapporteren (B Lab erkent GRI als complementair framework).

 

  • ISO 26000: De ISO 26000 Richtlijn voor maatschappelijke verantwoordelijkheid (Social Responsibility) is geen rapportageframework maar een gedetailleerde guidance die organisaties helpt invulling te geven aan MVO-beleid en -praktijken. ISO 26000 definieert zeven kernthema’s van maatschappelijke verantwoordelijkheid: Organisatiebestuur, Mensenrechten, Arbeidspraktijken, Milieu, Eerlijke bedrijfspraktijken, Consumentenaangelegenheden, en Betrokkenheid bij de gemeenschap & ontwikkeling. Daarnaast formuleert het zeven grondbeginselen (zoals verantwoordelijkheid, transparantie, ethisch gedrag, respect voor stakeholderbelangen, wet- en normnaleving, mensenrechten). Relatie tot GRI: inhoudelijk bestrijkt ISO 26000 vrijwel hetzelfde terrein als GRI – beide behandelen de brede ESG-spectrum en het belang van stakeholderbetrokkenheid en accountability. Het verschil zit in toepassing: ISO 26000 is richtsnoer voor implementatie (hoe een organisatie zich verantwoord kan gedragen op elk gebied), terwijl GRI een richtsnoer voor communicatie is (hoe resultaten en impacts te rapporteren). ISO 26000 is bovendien niet certificeerbaar; het is bedoeld voor zelfevaluatie en verbetering. Veel organisaties gebruiken ISO 26000 intern om hun MVO-beleid vorm te geven, en gebruiken GRI extern om over de voortgang te rapporteren. De twee zijn dus complementair. EcoVadis en andere evaluaties baseren zich op ISO 26000 voor hun vragen, maar verwachten vaak dat een organisatie GRI-achtige informatie aanlevert als bewijs. Voor organisaties die al volgens GRI rapporteren, biedt ISO 26000 extra handvatten om lacunes in management of beleid te adresseren. Andersom helpt ISO 26000 bij het bepalen wáárover gerapporteerd moet worden (de relevante kwesties), waarna GRI aangeeft hoe hierover te rapporteren.

 

  • CSRD / ESRS (EU): De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van de EU (in werking sinds 2024) maakt duurzaamheidsrapportage verplicht voor duizenden grote ondernemingen in Europa. CSRD schrijft voor dat gerapporteerd wordt volgens de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) – een reeks gedetailleerde standaarden ontwikkeld door EFRAG, die dubbele materialiteit en een breed scala aan ESG-onderwerpen omvatten, afgestemd op EU-wetgeving en -beleidsdoelen (bijv. Green Deal, Paris Agreement). Relatie tot GRI: GRI en ESRS zijn inhoudelijk sterk verwant. Sterker nog, de ESRS zijn voor een groot deel gebaseerd op de GRI-standaarden. EFRAG (ontwikkelaar van ESRS) en GRI hebben nauw samengewerkt om maximaal consistente rapportage-eisen te creëren. Zo hanteren beide een vergelijkbare definitie van materialiteit (ESRS vereiste dubbele materialiteit is in recente GRI-updates opgenomen). Volgens EFRAG zijn de ESRS zoveel mogelijk afgestemd op GRI, zodat organisaties die al volgens GRI rapporteerden grotendeels voorbereid zijn op CSRD. De grootste verschillen liggen in detailniveau en verplichting: ESRS gaat soms verder in vereiste datapunten en is juridisch afdwingbaar, waar GRI vrijwillig blijft. Waar ESRS bepaalde metrieken niet afdekt, kunnen bedrijven aanvullend GRI-indicatoren gebruiken om aan de informatiebehoefte te voldoen. In de praktijk zullen veel EU-bedrijven hun bestaande GRI-rapportage updaten om aan CSRD te voldoen, in plaats van geheel iets nieuws te beginnen. GRI heeft hulpmiddelen gepubliceerd (mapping-index) om GRI disclosures te koppelen aan de ESRS-eisen. Verder is van belang dat CSRD/ESRS regionaal (EU) is, terwijl GRI mondiaal blijft – multinationals buiten de EU hanteren nog steeds GRI of andere frameworks. Voor EU-MKB’s die niet onder CSRD vallen, beveelt de Europese Commissie de eerdergenoemde VSME-standaard aan als vrijwillig alternatief.

 

  • Sustainable Development Goals (SDG’s): De 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (Agenda 2030) vormen een globaal kader met doelstellingen op het gebied van armoedebestrijding, onderwijs, gezondheid, gelijkheid, klimaatactie, biodiversiteit, enz. voor het jaar 2030. Hoewel de SDG’s gericht zijn aan landen, spelen bedrijven een cruciale rol in de realisatie ervan. GRI en de SDG’s zijn niet hetzelfde type standaard – SDG’s zijn doelstellingen, geen verslagleggingsrichtlijn – maar ze zijn sterk verbonden. Relatie tot GRI: Veel organisaties gebruiken GRI-rapportage om hun bijdrage aan de SDG’s inzichtelijk te maken. GRI heeft koppelingen ontwikkeld (de “SDG Compass” in samenwerking met UN Global Compact en WBCSD) die aangeven welke GRI-indicatoren relevant zijn voor welke SDG. Zo kunnen bedrijven in hun duurzaamheidsverslag expliciet vermelden bij elke materiële topic: welke SDG-doelstelling(en) hiermee samenhangen en wat de voortgang is. Bijvoorbeeld: een bedrijf rapporteert volgens GRI over CO₂-uitstoot en energie (GRI 302/305) en koppelt dit aan SDG 13 Klimaatactie. GRI-rapportages verhogen dus de transparantie over bedrijfsbijdragen aan de SDG’s. Omgekeerd bieden de SDG’s een algemeen kader dat bedrijven kunnen gebruiken om hun strategie en materialiteit te bepalen (bijv. “welke SDG’s kunnen wij het meest positief beïnvloeden?”). Steeds vaker zien we in verslagen SDG-iconen bij GRI-onderwerpen. Hiermee functioneert GRI als “vertalingstaal”: bedrijven rapporteren in GRI-termen, en mappen die op de SDG-taal van globale doelen.
GRI indeling

Samengevat

Standaard Relatie met GRI
VSME Europese standaard voor MKB. Minder diepgaand dan GRI, maar modulair en afgestemd op CSRD. GRI biedt meer internationale herkenning.
EcoVadis ESG-beoordeling van leveranciers. Gebaseerd op o.a. GRI. GRI-data kan direct dienen als input voor EcoVadis.
B Corp Certificering voor maatschappelijk presterende bedrijven. GRI helpt bij het onderbouwen van de vereiste B Impact Assessment.
ISO 26000 Richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. ISO helpt bij de implementatie, GRI bij de rapportage.
CSRD/ESRS Europese wetgeving voor duurzaamheidsrapportage. ESRS is grotendeels gebaseerd op GRI.
SDG’s De Sustainable Development Goals van de VN geven richting aan mondiale duurzaamheidsdoelen. GRI helpt bedrijven om hun bijdrage aan de SDG’s inzichtelijk en meetbaar te maken, via expliciete koppelingen tussen GRI-indicatoren en SDG-doelstellingen.
GRI Notitie

Conclusie over GRI

GRI speelt in dit spectrum een centrale rol als “gemeenschappelijke taal” voor duurzaamheidsinformatie. De missie en principes van GRI zijn gericht op het stimuleren van openheid over niet-financiële prestaties, wat cruciaal is in de transitie naar een duurzame economie. Door de brede dekking (van klimaat tot mensenrechten) en multi-stakeholder draagvlak is GRI uitgegroeid tot de de facto standaard voor MVO-verslaglegging. Tegelijkertijd sluit GRI aan bij andere initiatieven: het ondersteunt bedrijven om hun rapportage te koppelen aan de SDG’s, het biedt overlap met ESRS (zodat Europese regelgeving en internationale verslaglegging niet met elkaar in strijd zijn), en het vormt een basis waarmee certificeringen en ratings (zoals B-Corp en EcoVadis) makkelijker kunnen worden behaald. In een steeds complexer rapportagelandschap blijft GRI zich ontwikkelen – zo worden nieuwe onderwerpen toegevoegd (denk aan digitale rechten, biodiversiteit) en wordt samengewerkt met organen als de ISSB en EFRAG om mondiale consistentie te bevorderen.

Kortom, het Global Reporting Initiative is een pionier en katalysator voor duurzaamheidsrapportage. Door organisaties te helpen “taal geven” aan hun impact, maakt GRI het mogelijk om prestaties te vergelijken, van elkaar te leren en verantwoording af te leggen aan de samenleving. Daarmee draagt GRI bij aan zijn ultieme doel: een transparante, duurzame wereld waarin bedrijven verantwoordelijkheid nemen en stakeholders hen daarop kunnen aanspreken.

Hoe helpt Robin Good jou met GRI?

Bij Robin Good geloven we dat duurzaamheid praktisch en werkbaar moet zijn – óók als je geen groot ESG-team hebt. Wij helpen organisaties van strategie tot rapportage. Concreet betekent dat:

  • Materialiteitsanalyse – Samen bepalen we welke ESG-thema’s voor jouw organisatie echt van belang zijn.
  • Stakeholderdialoog – We begeleiden gesprekken met medewerkers, klanten of ketenpartners.
  • Koppeling met andere standaarden – Zoals B Corp, EcoVadis of CSRD.
  • Schrijven van het GRI-rapport – Van structuur tot tekst en datacollectie.
  • Training en bewustwording – We helpen je organisatie om GRI écht te begrijpen en toe te passen.

Of je nu een start-up bent of een gevestigde speler: we maken duurzaam rapporteren haalbaar, begrijpelijk én geloofwaardig.

Klaar om je duurzaamheidsverslag serieus aan te pakken?

Wil je als organisatie duidelijk en professioneel communiceren over je impact? Zoek je houvast in het ESG-landschap? Of ben je gewoon benieuwd hoe ver je al bent? Wij helpen je graag verder met een GRI-rapport dat staat als een huis.

Neem vandaag nog contact met ons op en ontdek wat GRI voor jouw organisatie kan betekenen.

Contact opnemen

Laat je gegevens achter en we nemen direct contact met je op!

×