De 10 belangrijkste ESG Trends

ESG trends in het bedrijfsleven

Dit zijn de tien belangrijkste ESG trends in 2025

 

Ben jij ESG manager en op zoek naar de belangrijkste ESG trends en ontwikkelingen (MVO, Duurzaamheid, Duurzaam Ondernemen)? Dan is dit artikel voor jou! Maar ook andere geïnteresseerden in ESG trends zullen het artikel met plezier lezen en meer te weten komen over wat er zoals allemaal speelt binnen het Nederlandse bedrijfsleven rondom ESG.

De wereld van duurzaamheid, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en Environmental, Social, Governance (ESG) is volop in beweging. Het Nederlandse bedrijfsleven bevindt zich in een complex spanningsveld van toenemende regelgeving, maatschappelijke verwachtingen en politieke verschuivingen. Dit artikel biedt ESG-managers een overzicht van de belangrijkste trends en ontwikkelingen die de duurzaamheidsagenda in 2025 en daarna zullen bepalen.

Uit de Nieuwe Economie Index (NEX-25) van MVO Nederland blijkt dat 18,5% van de Nederlandse economie als ‘nieuw’ te classificeren valt – een stijging van 1,0 procentpunt ten opzichte van vorig jaar. Hoewel de groei gestaag doorzet, is er nog een lange weg te gaan. Tegelijkertijd zorgen politieke verschuivingen in Europa en de Verenigde Staten voor nieuwe uitdagingen in het duurzaamheidslandschap.

1. ESG is het nieuwe woord voor duurzaamheid

Langzamerhand zien we dat de term ESG (Environmental, Social & Governance) steeds vaker de traditionele begrippen duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) verdringt. Hoewel MVO en duurzaamheid lange tijd centraal stonden binnen Nederlandse bedrijven, wordt ESG nu breed erkend als hét raamwerk waarmee ondernemingen hun impact inzichtelijk maken en verantwoorden aan stakeholders.

Deze verschuiving komt mede voort uit de invoering van de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die bedrijven verplicht om op gestandaardiseerde wijze over hun ESG-prestaties te rapporteren. Daarmee gaat ESG verder dan duurzaamheid of MVO, omdat het niet alleen vrijwillige maatschappelijke betrokkenheid inhoudt, maar ook concrete, meetbare governance- en rapportageverplichtingen met zich meebrengt. Bedrijven die zich willen aanpassen aan de nieuwe realiteit van wettelijke verplichtingen en strikte rapportage-eisen kiezen daarom steeds nadrukkelijker voor ESG als leidend principe binnen hun organisatie.

ESG Trends

2. CSRD is out, maar heeft het speelveld veranderd

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vormt momenteel de grootste uitdaging voor veel grotere Nederlandse bedrijven. Vanaf 1 januari 2024 geldt deze verplichting voor grote beursgenoteerde ondernemingen, en de komende jaren volgen nog een flink aantal bedrijven bedrijven.

De implementatie van de CSRD is echter een proces vol uitdagingen. Bedrijven moesten zich in 2024 voorbereiden op de eerste rapportages (voor boekjaar 2024, te publiceren in 2025). Inmiddels heeft de Europese Commissie echter een omnibusvoorstel gedaan (februari 2025) om de invoering te versoepelen. Dit voorstel beoogt een vereenvoudiging en stroomlijning van de regels, onder andere door de reikwijdte in te perken en deadlines uit te stellen​. Zo zou het aantal beursgenoteerde ondernemingen dat direct onder de CSRD valt in Nederland dalen van circa 160 naar iets meer dan 100 (de zogenaamde ‘wave 1’)​. Bedrijven met minder dan 1000 medewerkers zouden in de eerste twee rapportagegolven vrijgesteld worden, en alle MKB-bedrijven (wave 3) zelfs volledig buiten scope vallen​. Daarnaast is inmiddels goedgekeurd dat de start van rapportage voor met twee jaar is uitgesteld. In de praktijk betekent dit dat de eerste CSRD-rapportages voor veel ondernemingen niet in 2026 maar pas in 2028 hoeft plaats te hebben.

Het Omnibusvoorstel is een reactie op zorgen over administratieve lastendruk. Het is echter nog niet definitief; het behoeft goedkeuring door de Raad en het Europees Parlement​. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) duidt het voorstel als een politieke keuze en waarschuwt dat geheel vrijwillige duurzaamheidsrapportage voor middelgrote beursbedrijven ongewenst is​, omdat dit kan leiden tot minder informatie voor beleggers en het wegnemen van de prikkel voor verbetering.

Positief is dat de dubbele materialiteit – een hoeksteen van de CSRD waarbij zowel de impact van buitenaf op het bedrijf als de impact van het bedrijf op mens/milieu wordt gerapporteerd – behouden blijft voor de grote bedrijven in scope​. Ook de AFM blijft bedrijven aansporen om vrijwillig alvast over 2024 te rapporteren als oefening, ondanks het uitstel.

Voor ESG-managers betekent dit dat zij met twee werkelijkheden moeten werken: enerzijds de oorspronkelijke ambitieuze rapportage-eisen (waar veel bedrijven al systemen voor opgetuigd hebben), anderzijds mogelijke verlichting daarvan. Transparantie en betrouwbare data blijven echter het einddoel. Ook zonder strikte wettelijke deadline verlangen investeerders, klanten en andere stakeholders steeds meer inzicht in ESG-prestaties. Daarnaast komen er aanvullende rapportage-eisen aan die samenhangen met CSRD, zoals verplichte assurance (controle) van duurzaamheidsinformatie vanaf enkele jaren na de eerste rapportage en sector-specifieke uitbreidingen. Ook zijn er nieuwe standaarden in de maak, bijvoorbeeld de Europese taxonomie-uitbreidingen en regels om greenwashing te voorkomen bij communicatie.

De grote lijn is dat duurzaamheidsrapportage professionaliseert en mainstream wordt. Vergelijkbaar met financiële verslaglegging zal ESG-reporting gekenmerkt worden door standaardisatie, audit en bestuursverantwoordelijkheid. Bedrijven die hier tijdig in investeren (denk aan dataverzamelingssystemen, interne controles, geïntegreerde verslaglegging) zullen beter gepositioneerd zijn om aan toekomstige eisen én aan marktverwachtingen te voldoen.

De introductie van de CSRD verplicht bedrijven om gedetailleerdere en transparantere informatie te verstrekken over hun ESG-praktijken. Dit omvat het rapporte

Kortom, CSRD heeft het groeiende belang van duurzaamheid in het bedrijfslevenbenadrukt en vaak in gaang gezet. Het dwingt bedrijven om verantwoordelijkheid te nemen voor hun impact op het milieu en de samenleving, en biedt tegelijkertijd kansen voor groei en succes op de lange termijn. Het is een stap in de richting van een duurzame toekomst waarin bedrijven en investeerders samenwerken om een positieve impact te hebben op de wereld om ons heen.

 

Belangrijkste ontwikkelingen:

  • Omnibus-voorstel: In februari 2025 publiceerde de Europese Commissie een omnibus-voorstel om de CSRD-implementatie te vereenvoudigen. Het voorstel bevat enkele verlichtingen, zoals verruiming van de eerste verslagperiode en de mogelijkheid om later te beginnen met gedetailleerde toeleveringsketendisclosures. Deze aanpassingen tonen dat de EU de praktische uitvoerbaarheid belangrijker vindt dan aanvankelijk gedacht.
  • Zoektocht naar de nieuwe standaard: De European Sustainability Reporting Standards (ESRS) bieden een standaard waarlangs bedrijven moeten rapporteren. Nu veel bedrijven niet meer onder deze verplichting vallen (en bekend is geworden dat het ESRS aangepast zal worden) zijn bedrijven op zoek naar een nieuwe standaard. In de markt wordt vaak blindelings naar het VSME verwezen. Echter zien we in de praktijk dat dit bij verre niet voldoende aansluit op de thema’s die spelen in het bedrijf zelf of die worden uitgevraagd vanuit de waardeketen.
  • ESG dataontsluiting en assurance: De behoefte aan betrouwbare en verifieerbare duurzaamheidsdata groeit exponentieel. Nu CSRD bij veel partijen meer naar de achtergond gaat, zien we een enorme toename van normen en keurmerken als SBTI, EcoVadis, B-Corp, ISO 26000, et cetera. Dus waar de CSRD voor velen een last leek te zijn, vervallen we nu weer in het patroon van een woud aan diverse normen en keurmerken.
Politieke verrechtsing

3. Politieke verschuivingen en het veranderende ESG-landschap

De recente politieke verschuivingen in Europa en de Verenigde Staten hebben significante implicaties voor de duurzaamheidsagenda en de ESG trends voor het bedrijfsleven.

Een belangrijke contextfactor voor al deze trends is het veranderende politieke landschap. In Europa is sprake van een zekere “verrechtsing”: rechtspopulistische en conservatieve partijen winnen aan invloed in meerdere landen, vaak met sceptische standpunten ten aanzien van klimaatbeleid en duurzame transities​. Dit uit zich in een groeiende weerstand tegen (delen van) de European Green Deal, het omvangrijke duurzaamheidsprogramma van de Europese Commissie. Recente verkiezingen – zoals de Europese Parlementsverkiezing van 2024 – lieten winst zien voor partijen die kritischer staan tegenover streng milieu- en klimaatbeleid, terwijl groene partijen zetels verloren. Hoewel centrumpartijen een meerderheid behielden, wordt verwacht dat een rechtser Europees Parlement het lastiger zal maken om nieuwe ambitieuze groene wetten aan te nemen​. Bestaande klimaatdoelen (zoals netto-55% reductie in 2030) blijven waarschijnlijk overeind, maar de politieke wind verschuift richting meer aandacht voor economische belangen van industrie en energiezekerheid, en minder voor verdergaande milieu-ambities.

Deze politieke verrechtsing heeft al concrete beleidsgevolgen. De EU heeft bepaalde onderdelen van de Green Deal afgezwakt of vertraagd onder druk van lidstaten: zo werd een voorgesteld emissiereductiedoel voor de landbouwsector geschrapt uit de 2040-klimaatdoelen​. In verschillende landen zien we regeringen of parlementen maatregelen temperen: Zweden verlaagde zijn klimaatambities nadat een rechts blok de macht overnam, Italië’s regering onder Meloni prioriteert economische groeiplannen boven nieuwe milieu-regels, en in Nederland hebben recente verkiezingen een grote winst opgeleverd voor de BoerBurgerBeweging en PVV, partijen die scherpe kritiek hebben op bestaand stikstof- en klimaatbeleid. Deze greenlash” – een groene tegenreactie – is deels ingegeven door zorgen van burgers over haalbaarheid en betaalbaarheid van de energietransitie​. Beelden van tractorprotesten (zoals bovenstaand) en boeren die stro op straat in brand steken, zijn symbool geworden voor het verzet tegen te snelle groene verandering, vooral in plattelandsgebieden die zich tekortgedaan voelen.

Voor het bedrijfsleven betekent dit een ambigu signaal. Enerzijds blijft duurzaamheid op lange termijn noodzakelijk en wettelijk verankerd (de klimaatcrisis verdwijnt niet, en EU-doelen voor 2030/2050 blijven geldig). Anderzijds kan op korte termijn de regelgevingsdruk tijdelijk afnemen of veranderen. Het Omnibusvoorstel om CSRD te verlichten (zie vorige sectie) is hier een voorbeeld van – mede ingegeven door politieke druk om het bedrijfsleven te ontzien​. Ook wordt er gesproken over realistischere tijdlijnen en uitzonderingen voor MKB in nieuwe groene wetgeving. ESG-managers doen er goed aan te begrijpen dat beslissingen rondom investeringen in duurzaamheid mogelijk gepolitiseerd raken: sommige overheden stimuleren nog volop (denk aan subsidies voor groene technologie), terwijl andere sceptischer worden en eerder fossiele belangen willen beschermen. Toch is de algemene verwachting van analisten dat de kern van de Europese groene koers niet wordt teruggedraaid– daarvoor is de internationale druk en de publieke steun voor klimaat actie (zeker in Noord- en West-Europa) nog te groot. Maar nieuwe initiatieven op EU-niveau – bijvoorbeeld strengere normen of aanvullende klimaatmaatregelen – zullen meer weerstand ontmoeten en kunnen langzamer vorderen.

Belangrijkste ontwikkelingen:

  • Europese ‘verrechtsing’ en duurzaamheidsbeleid: Na de Europese verkiezingen van 2024 is er een duidelijke verschuiving naar rechts waarneembaar. Dit heeft geleid tot heroverweging van onderdelen van de Green Deal, met name rond landbouwbeleid. De nieuwe Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen heeft benadrukt dat duurzaamheid hand in hand moet gaan met economische competitiviteit en minder administratieve lasten.
  • Trump’s impact op mondiale duurzaamheidsafspraken: De verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president heeft geleid tot onzekerheid over internationale klimaatafspraken. Trump de Verenigde Staten opnieuw uit het Klimaatakkoord van Parijs gehaald en spreekt zich uit tegen wat hij “ESG-extremisme” noemt. Dit zet druk op Europese bedrijven die internationaal opereren.
  • Anti-woke sentiment en ESG-backlash: Er is een groeiende politieke en maatschappelijke weerstand tegen wat gezien wordt als doorgeschoten ESG-beleid. In de VS hebben meerdere staten wetgeving aangenomen die financiële instellingen verbiedt ESG-criteria te gebruiken bij investeringsbeslissingen.

Nederlandse bedrijven bevinden zich in een spagaat: enerzijds de toenemende Europese regelgeving, anderzijds de internationale politieke tegenwind. Uit onderzoek van PwC blijkt dat 62% van de Nederlandse bestuurders bezorgd is over deze tegenstrijdige bewegingen en de impact ervan op hun internationale concurrentiepositie.

4. Digitalisering en AI: kansen en dilemma’s voor duurzaamheid

De snelle ontwikkeling van digitale technologieën, en met name artificiële intelligentie (AI), biedt zowel kansen als uitdagingen voor duurzaamheid. De digitalisering van ESG is momenteel een van de snelst groeiende trends binnen het duurzaamheidsdomein. Bedrijven ervaren steeds meer druk vanuit regelgeving en hun ketenpartners om betrouwbare en vergelijkbare ESG-data te verzamelen en openbaar te maken. Om aan deze eisen te voldoen, investeren steeds meer ondernemingen in digitale oplossingen en platforms die duurzaamheidsinformatie automatisch verzamelen, analyseren en rapporteren. Denk hierbij aan software die real-time inzicht biedt in emissies, ketentransparantie vergroot, of scenarioanalyses maakt voor klimaat- en duurzaamheidsrisico’s.

Digitalisering maakt het mogelijk om ESG-informatie nauwkeuriger, sneller en efficiënter te integreren in besluitvorming. Hierdoor verbeteren niet alleen compliance en transparantie, maar ontstaat ook ruimte voor bedrijven om proactief te sturen op duurzaamheidsprestaties. ESG-managers die inzetten op slimme digitalisering versterken zo hun strategische positie én zijn beter voorbereid op de toenemende duurzaamheidsrapportageverplichtingen.

Binnen de digitalisering van ESG speelt Artificial Intelligence (AI) nog een beperkte rol. Wij voorpsellen echter dat deze rol sterk gaat toenemen tussen nu en twee jaar. AI-technologie stelt bedrijven in staat om enorme hoeveelheden duurzaamheidsgegevens snel en effectief te analyseren, trends te herkennen en voorspellingen te doen over toekomstige ESG-prestaties en risico’s. Denk hierbij aan het monitoren van emissies, het analyseren van duurzaamheidsrapportages van leveranciers, of het vroegtijdig detecteren van mensenrechtenschendingen in complexe ketens. Daarnaast kan AI worden ingezet voor geautomatiseerde rapportage, waardoor bedrijven eenvoudiger en accurater aan strenge regelgeving kunnen voldoen. Hoewel het gebruik van AI voor ESG-rapportage nog relatief jong is, biedt het grote kansen om duurzaamheidsbeleid strategischer, efficiënter en transparanter te maken. Bedrijven die vroegtijdig investeren in AI vergroten hun vermogen om snel in te spelen op ESG-gerelateerde uitdagingen en versterken hun concurrentiepositie in een steeds meer datagestuurde wereld.

Belangrijkste ontwikkelingen:

  • AI voor duurzaamheidsoptimalisatie: Nederlandse bedrijven zetten steeds vaker AI in voor duurzaamheidsdoeleinden, zoals energieoptimalisatie in gebouwen (Priva), precisielandbouw (Agrifirm) en afvalreductie in productieprocessen (Philips).
  • Energieverbruik van AI: De keerzijde is het toenemende energieverbruik van datacenters en AI-toepassingen. TU Delft-onderzoek schat dat het mondiale AI-energieverbruik in 2027 gelijk zal zijn aan het huidige totale energieverbruik van Nederland, wat vragen oproept over de duurzaamheid van deze technologie.
  • EU AI Act en verantwoorde AI: De EU AI Act, aangenomen in maart 2024, stelt eisen aan de transparantie en veiligheid van AI-systemen. Nederlandse bedrijven zoals ABN AMRO en Ahold Delhaize lopen voorop met de ontwikkeling van ethische AI-principes die verder gaan dan wettelijke vereisten.

Volgens een onderzoek van Deloitte gebruikt 56% van de Nederlandse bedrijven AI voor duurzaamheidsdoeleinden, vooral voor energie-efficiëntie (38%), optimalisatie van toeleveringsketens (31%) en afvalvermindering (27%).

5. De financiële dimensie: duurzame financiering en waardecreatie

Een prominente ESG trend is de herdefiniëring van “rijkdom” in termen van duurzaamheid. Het thema “Nieuwe rijkdom” uit de NEx-25 van MVO Nederland meet in hoeverre financiële instellingen en bedrijven naast financiële groei ook maatschappelijke waarde creëren​. Opvallend is dat de score voor Nieuwe rijkdom recent is gedaald met 4 procentpunt​. Dit komt voornamelijk door een herziening van de toetsingsmethode voor pensioenfondsen: ze worden scherper getoetst op verantwoord beleggen, waardoor minder pensioenfondsen hoog scoren​. Met andere woorden, strengere duurzaamheidscriteria leggen bloot dat veel fondsen nog niet volledig aan de verwachtingen voldoen. Voor banken en verzekeraars waren er dit jaar geen nieuwe gegevens, hun eerdere scores bleven gelijk​.

Deze ontwikkeling weerspiegelt een bredere realiteit in duurzame financiering. Door strengere normen (zoals de Europese Sustainable Finance Disclosure Regulation – SFDR) zijn investeerders meer terughoudend met onterecht groene labels. Zo werden eind 2022 talloze beleggingsfondsen downgedeeld van de hoogste duurzaamheidsklasse omdat ze niet genoeg duurzame beleggingen hadden​. Tegelijk blijven nieuwe initiatieven opkomen om maatschappelijke impact te verankeren in financiële besluitvorming. Bijvoorbeeld, Nederlandse banken worden jaarlijks beoordeeld in de Eerlijke Bankwijzer, en hoewel hun scores dit jaar stabiel bleven​, blijft de druk vanuit samenleving en toezichthouders groot om te verbeteren.

Per saldo groeit de aandacht voor duurzame financiering, maar de recente cijfers tonen aan dat hoge ambities nog niet overal realiteit zijn. Het Nederlandse bedrijfsleven staat op dit punt op een keerpunt: 18,5% van de economie kan anno 2025 als “nieuw” en duurzaam worden geklasseerd – een gestage maar gematigde vooruitgang​.

We zien dan in de praktijk ook dat steeds meer aandeelhouders en investeerders de driver zijn achter een ESG-strategie van hun deelnemingen en een ESG-rapportage eisen. Deze trend is onomkeerbaar gebleken. Sterker nog, nu met naar de achtergrond verdwijnen van CSRD, gaan deze partijen onverminderd door en wordt het ESRS nog steeds gehanteerd als leidraad voor zowel beleid als rapportage.

ESG Trends Pascal
ESG Trends Monitor

DE HOOFDTHEMA’S VAN ESG IN HET BEDRIJFSLEVEN IN 2025

6. Klimaatadaptatie en biodiversiteit in de schijnwerpers

Waar klimaatmitigatie (CO2-reductie) jarenlang de duurzaamheidsagenda domineerde, komt er nu meer aandacht voor klimaatadaptatie en biodiversiteit. Klimaatverandering wordt door bedrijven steeds nadrukkelijker gezien als een wezenlijk en tastbaar bedrijfsrisico. Waar klimaatkwesties eerder vooral werden geassocieerd met maatschappelijk engagement en vrijwillige duurzaamheidsinitiatieven, is er inmiddels een duidelijke verschuiving naar het integreren van klimaatrisico’s in strategische besluitvorming. Dit bewustzijn is sterk gegroeid door extreme weersomstandigheden, verstoringen van toeleveringsketens en fysieke schade aan bedrijfsmiddelen als gevolg van hevige overstromingen, droogte of stormen. Maar ook transitierisico’s, zoals aangescherpte klimaatwetgeving, stijgende CO₂-prijzen en veranderende marktvraag naar klimaatvriendelijke producten, vormen een toenemende bedreiging voor de continuïteit van bedrijfsactiviteiten.

In reactie hierop zetten bedrijven stappen om klimaatrisico’s structureel in kaart te brengen en actief te managen. Dit proces wordt sterk versneld door nieuwe regelgeving, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en aanbevelingen vanuit de Taskforce on Climate-related Financial Disclosures (TCFD). Beide stimuleren bedrijven om niet alleen hun emissies openbaar te maken, maar ook om scenario-analyses uit te voeren en klimaatrisico’s expliciet mee te nemen in financiële prognoses. Investeerders en verzekeraars verwachten daarnaast steeds vaker transparantie over hoe een onderneming zich voorbereidt op fysieke en transitierisico’s. Hierdoor ontstaat druk op bedrijven om proactief te handelen: ondernemingen die geen actie ondernemen lopen het gevaar hogere financieringskosten, verlies aan concurrentiekracht of reputatieschade te ondervinden.

Klimaatverandering verschuift daardoor van een maatschappelijke zorg naar een strategisch kernrisico. ESG-managers en bedrijfsleiders worden uitgedaagd klimaatrisico’s diep te integreren in bedrijfsstrategieën, risicomanagement en investeringsbeslissingen. Bedrijven die dit effectief doen, versterken hun veerkracht en toekomstbestendigheid – en maken zich minder kwetsbaar voor onverwachte disrupties in een snel veranderend klimaat en regelgevingslandschap.

Ook biodiversiteit krijgt binnen het bedrijfsleven een steeds prominentere plek op de duurzaamheidsagenda. Waar eerder de focus vooral lag op klimaatverandering en CO₂-uitstoot, groeit nu het besef dat het verlies aan biodiversiteit net zo urgent is en significante economische risico’s met zich meebrengt. Bedrijven erkennen hun afhankelijkheid van gezonde ecosystemen voor grondstoffen, schoon water en bestuiving, en zien dat schade aan de natuur ook financiële gevolgen kan hebben. Biodiversiteit verschuift daarmee van een randthema naar een strategische prioriteit, waarbij ondernemingen hun activiteiten steeds vaker natuurpositief proberen te maken.

Belangrijkste ontwikkelingen:

  • Klimaatadaptatie als bedrijfsrisico: De NEX-25 laat zien dat de score voor biodiversiteit na jaren van stijging gedaald is met 1,4 procentpunt. Deze daling is met name toe te schrijven aan de verslechtering van de zoetwaterkwaliteit in Nederland. Extreme weersomstandigheden, zoals de overstromingen in Limburg in 2021 en toegenomen droogteperioden, maken de noodzaak van adaptatiemaatregelen duidelijk.
  • TNFD en biodiversiteitsrisico’s: Het Task Force on Nature-related Financial Disclosures (TNFD) raamwerk, gelanceerd in september 2023, krijgt steeds meer navolging. Nederlandse financiële instellingen zoals ABN AMRO en Rabobank hebben zich gecommitteerd aan dit raamwerk, dat bedrijven helpt natuurgerelateerde risico’s en kansen te identificeren en te rapporteren.
  • Nature Positive-beweging: Een groeiend aantal Nederlandse bedrijven sluit zich aan bij de mondiale Nature Positive-beweging, die verder gaat dan ‘geen schade berokkenen’ en actief bijdraagt aan natuurherstel. FrieslandCampina’s biodiversiteitsmonitor voor melkveehouders is een voorbeeld van hoe Nederlandse bedrijven hierin vooroplopen.

In 2024 is de uitstoot van broeikasgassen door het Nederlandse bedrijfsleven verder gedaald, maar is het stikstofoverschot toegenomen. Dit illustreert de complexe afwegingen die gemaakt moeten worden bij het adresseren van verschillende milieu-uitdagingen.

7. Circulariteit en transparante ketens als groeiende focus

De transitie naar een circulaire economie wint aan momentum, waarbij de aandacht verschuift van individuele producten naar volledige waardeketens.

De circulaire economie is een van de belangrijkste pijlers geworden van duurzaamheid in het Nederlandse bedrijfsleven en daarmee dus een belangrijke ESG trend. Steeds meer bedrijven verlaten het traditionele lineaire model van produceren, gebruiken en afdanken, en zetten vol in op het maximaliseren van recycling, hergebruik en waardebehoud van materialen. Deze transitie wordt aangejaagd door zowel regelgeving als economische voordelen, zoals kostenbesparingen door efficiënt grondstoffengebruik en minder afhankelijkheid van schaarse materialen. In Nederland is het hergebruik van materialen recent verder gestegen, maar met een circulariteitspercentage van circa 30% blijft er nog ruimte voor verbetering. Europese initiatieven, zoals het EU Circular Economy Action Plan, versterken de prikkel voor bedrijven om circulair te opereren, bijvoorbeeld via strengere eisen aan verpakkingen, uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en het recht op reparatie. Bedrijven die circulariteit vroegtijdig integreren in hun strategie profiteren van nieuwe businessmodellen, veerkrachtigere toeleveringsketens en een sterkere concurrentiepositie in een markt waarin duurzaamheid steeds bepalender wordt.

Bedrijven worden zich steeds bewuster van de noodzaak om hun toeleveringsketen transparant en verantwoord te maken. Dit komt zowel voort uit maatschappelijke verwachtingen als uit nieuwe wetgeving. In Nederland zien we dat het aandeel bedrijven dat op de eigen website verslag doet van de toeleveringsketen sterk is gestegen​. Deze trend impliceert dat bedrijven meer openheid geven over waar en hoe hun producten gemaakt worden, en met welke sociale en ecologische omstandigheden.

De trend naar transparantere ketens wordt ook gedreven door regelgeving zoals de nieuwe EU-richtlijn voor duurzame toeleveringsketens. De Europese Corporate Sustainability Due Diligence Richtlijn (CSDDD) verplicht grote bedrijven om mensenrechtenschendingen en milieuschade in hun volledige waardeketen op te sporen en aan te pakken​. Dit betekent bijvoorbeeld dat een Nederlands modebedrijf voortaan moet controleren of er geen dwangarbeid of ontbossing voorkomt bij zijn katoenleveranciers. Hoewel de implementatie hiervan geleidelijk zal plaatsvinden, bereiden veel bedrijven zich hier nu al op voor.

De toegenomen ketentransparantie blijkt ook uit praktijken als het publiek maken van leverancierslijsten, het sluiten van IMVO-convenanten per sector en het rapporteren over due diligence-trajecten. Voor ESG-managers is dit een cruciale ontwikkeling: transparantie in de keten verhoogt niet alleen het vertrouwen bij consumenten en investeerders, maar stelt bedrijven ook in staat om eerder risico’s te identificeren en hun leveranciers aan hogere standaarden te houden. In de toekomst zal deze trend naar verwacht verder versnellen, zeker nu de EU een gelijk speelveld creëert via harmonisatie van due diligence-eisen​. Bedrijven die vooroplopen met eerlijke en duurzame ketens, versterken hun reputatie en verminderen lange-termijn risico’s.

Belangrijkste ontwikkelingen:

  • Materiaalschaarste en geopolitieke spanningen: Toenemende geopolitieke spanningen en handelsconflicten maken bedrijven kwetsbaarder voor materiaalschaarste. Dit stimuleert innovatieve circulaire bedrijfsmodellen, zoals product-as-a-service en deelplatforms.
  • Transparante ketens: De NEX-25 laat zien dat het thema Transparante ketens 16,7% scoort, een stijging van 3,8 procentpunt. Deze stijging komt vooral door een toename van het aantal bedrijven dat op hun website rapporteert over de transparantie van hun toeleveringsketen.
  • Digital Product Passport (DPP): De EU-verordening voor een digitaal productpaspoort, onderdeel van het Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR), legt de basis voor volledige ketentraceerbaarheid. Vanaf 2026 worden de eerste productcategorieën verplicht om een DPP te hebben, wat een revolutie in productinformatie en -transparantie betekent.

In Nederland is de mate van hergebruik van materialen gestegen naar een recordhoogte van 30,6%. Nederland scoort daarmee het hoogst van alle Europese landen. Tegelijkertijd blijft het percentage biogrondstoffen steken op 30% en bedraagt het aandeel van de circulaire economie in termen van toegevoegde waarde slechts 4,43% van de totale Nederlandse economie.

8. Groene energie en klimaatneutraal ondernemen

De transitie naar klimaatneutraal ondernemen is in volle gang. Steeds meer Nederlandse bedrijven stellen doelen om hun CO₂-uitstoot te reduceren in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs en de nationale Klimaatwet (die mikt op minstens 55% emissiereductie in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050). De voortgang is zichtbaar in data: volgens MVO Nederland stijgt het aandeel hernieuwbare energie in het bedrijfsleven gestaag, terwijl het totale energieverbruik juist daalt​. Met andere woorden, ondernemingen weten groei los te koppelen van energieverbruik en schakelen over op schonere energiebronnen. Zo nemen veel bedrijven stroom af van windparken of zonnepanelen, of plaatsen ze zelf zonnepanelen op bedrijfsdaken.

Bovendien dalen de broeikasgasemissies door het Nederlandse bedrijfsleven al jaren op rij​. In 2023 lag de uitstoot van broeikasgas-equivalenten door het bedrijfsleven rond 150,2 megaton CO₂, wat neerkomt op ongeveer 26% van de weg richting netto-nul uitstoot in 2050​. Dat is een flinke verbetering; de emissies zijn 6,2 procentpunt dichter bij het doel gekomen vergeleken met vorig jaar​. In 2024 zagen we echter een stijging. Tegen de trend in van voorgaande jaren in, nam de uitstoot toe met 2,3% in Nederland. Hierbij moet worden opgemerkt dat deze groei voornamelijk is toe te schrijven aan de industrie waaronder Tata Steel. In Europees perspectief werd de daling wel doorgezet. Deze versnelling is deels te danken aan verdere verduurzaming van processen én aan bijzondere omstandigheden (zoals hoge energieprijzen die tot energiebesparing leidden)​. Sinds een piek eind jaren ’90 dalen de jaarlijkse emissies gestaag, met opvallende reducties in 2020 (door de COVID-19 pandemie) en 2022 (door de energiecrisis na de oorlog in Oekraïne)​.

Toch moeten deze positieve ontwikkelingen in perspectief gezien worden. Met 150 Mt CO₂-uitstoot in 2023 is er nog een lange weg te gaan naar de minder dan 10 Mt die in 2050 resteert bij een 95% reductiedoel. De komende jaren zal de nadruk liggen op versnelling van de energietransitie: verder opschalen van wind- en zonne-energie, investeren in innovaties als waterstof, elektrificatie van bedrijfsvoertuigen en logistiek, en energiebesparing in alle sectoren. Veel grote bedrijven hebben zich al aangesloten bij initiatieven als Science Based Targets en publiceren gedetailleerde klimaatplannen. ESG-managers spelen hierbij een sleutelrol, door intern de transitie te sturen en extern te rapporteren over de voortgang. De trend is duidelijk onomkeerbaar: bedrijven gaan van ambitie naar actie om uiterlijk 2050 klimaatneutraal te zijn, en vaak zelfs eerder om competitief te blijven in een groene economie.

Belangrijkste ontwikkelingen:

  • Hernieuwbare energie in bedrijfsprocessen: Bedrijven investeren steeds meer in eigen opwekking via zonnepanelen en windenergie, gestimuleerd door de stijgende energieprijzen en onzekerheid over energielevering.
  • Scope 3-emissies en ketenverantwoordelijkheid: De focus verschuift van directe emissies (scope 1 en 2) naar de vaak veel grotere indirecte emissies in de waardeketen (scope 3). De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht grote bedrijven te rapporteren over hun scope 3-emissies, wat leidt tot een domino-effect waarbij ook kleinere ketenpartners worden meegenomen in decarbonisatiestrategieën.
  • Klimaatdoelen en Science Based Targets: Het aantal Nederlandse bedrijven dat zich committeert aan Science Based Targets (SBTi) is in 2024 met 42% gestegen ten opzichte van 2023. Steeds meer bedrijven stellen niet alleen doelen voor 2050, maar ook ambitieuze tussentijdse doelen voor 2030 en 2035.
  • Energietransitie en geopolitiek: De geopolitieke situatie, met name de aanhoudende oorlog in Oekraïne, heeft de urgentie van energieonafhankelijkheid versterkt. Nederlandse bedrijven investeren in energiezekerheid door diversificatie van bronnen en toenemende energieopslag, met name voor kritische processen.

Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie door het Nederlandse bedrijfsleven in 2024 met 18% zijn gestegen ten opzichte van 2023, ondanks economische onzekerheden. Deze trend onderstreept dat klimaatneutraal ondernemen steeds meer wordt gezien als een strategische noodzaak, in plaats van enkel een duurzaamheidsambitie.

9. De sociale dimensie: inclusief ondernemen en leefbaar loon

De ‘S’ in ESG krijgt steeds meer aandacht, mede dankzij een sterk veranderde arbeidsmarkt. Deze ESG trend legt dan ook letterlijk het verband tussen de interne organisatie en de buitenwereld.

Naast milieu komt de sociale dimensie van duurzaamheid nadrukkelijker in beeld. Inclusief ondernemen – zorgen voor diversiteit, gelijke kansen en maatschappelijke betrokkenheid – is een blijvend belangrijk thema. Hoewel het thema breder is, wordt vaak gekeken naar indicatoren zoals de man/vrouw-verhouding in leidinggevende posities en de arbeidsparticipatie van minderheden. Hier zien we een gemengd beeld: hoewel in 2024 de verhouding tussen vrouwen en mannen in directiefuncties weer verslechterd is (na eerder kort verbeterd te zijn)​, zijn er ook positieve ontwikkelingen. Zo is de genderbalans in managementfuncties licht verbeterd en neemt de vertegenwoordiging van vrouwen in de bedrijfstop (RvB/RvC) gestaag toe​. Ook noemenswaardig is de sterkste verbetering: het verschil in werkloosheid tussen mensen met en zonder migratieachtergrond is dit jaar kleiner geworden​. Dat duidt op een inclusievere arbeidsmarkt, waar mensen met diverse achtergronden meer gelijke kansen krijgen.

Bedrijven worden bovendien gestimuleerd door nieuwe quota en initiatieven. In Nederland geldt sinds 2022 een wettelijk ingroeiquotum voor vrouwen in raden van commissarissen bij grote bedrijven (streefcijfer ~33% vrouwen). Daarnaast ondertekenen steeds meer ondernemingen diversiteitscharters en nemen zij maatregelen voor een inclusieve bedrijfscultuur, variërend van bias-training voor HR tot beleid voor werknemers met een arbeidsbeperking.

Sociale thema’s als gelijke beloning, welzijn op de werkvloer en maatschappelijke betrokkenheid (bv. via vrijwilligerswerk of community investment) staan hoger op de agenda van ESG-managers.Ondanks deze vooruitgang is er nog werk te doen. Het feit dat per 100 mannelijke directeuren er maar 18 vrouwelijke zijn​ laat zien dat vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd zijn aan de top. Ook andere aspecten van diversiteit (zoals culturele achtergrond of LHBTQ+ vertegenwoordiging in management) vragen aandacht. Toch is de trend duidelijk: inclusief en sociaal verantwoord ondernemen wordt steeds meer gezien als een kernonderdeel van duurzaamheid. Bedrijven die hierin investeren, plukken de vruchten in de vorm van een breder talentbestand, grotere innovatiekracht en een betere reputatie bij klanten die waarde hechten aan gelijkheid en rechtvaardigheid.

Het thema leefbaar loon heeft binnen het duurzaamheidsbeleid van bedrijven de afgelopen jaren sterk aan aandacht gewonnen. In Nederland is het betalen van een leefbaar loon aan werknemers wettelijk verankerd via minimumloonwetgeving en cao-afspraken, waardoor het bedrijfsleven hier doorgaans aan voldoet. De echte uitdaging ligt echter buiten de eigen landsgrenzen, in de internationale waardeketens van bedrijven. Veel ondernemingen zijn afhankelijk van leveranciers uit landen waar arbeidsnormen zwakker zijn en lonen vaak onvoldoende om van te leven. Hierdoor is in deze ketens nog aanzienlijke vooruitgang mogelijk. Toenemende maatschappelijke druk en regelgeving, zoals de Europese Corporate Sustainability Due Diligence Richtlijn (CSDD), stimuleren bedrijven om ook in hun toeleveringsketens actief te zorgen voor eerlijke beloning. Bedrijven die zich inzetten voor leefbare lonen in hun waardeketens verlagen reputatierisico’s, verbeteren de levenskwaliteit van werknemers wereldwijd en zetten belangrijke stappen richting écht maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Belangrijkste ontwikkelingen:

  • Inclusief ondernemen in opmars:  Het aandeel vrouwen in de RvB en RvC is toegenomen tot 27,9%, maar blijft onder het wettelijk minimum van 33,3%. Tegelijkertijd is de verhouding tussen vrouwelijke en mannelijke directeuren verslechterd.
  • Leefbaar loon in wereldwijde toeleveringsketens: Nederlandse bedrijven lopen voorop in het implementeren van leefbaar loon-strategieën. Initiatieven zoals het IDH Leefbaar Loon Platform, waar bedrijven als Albert Heijn, Tony’s Chocolonely en C&A aan deelnemen, leggen de basis voor sectoroverstijgende aanpakken.
  • Corporate Social Justice: Er is een verschuiving van traditionele CSR naar een meer activistische benadering van maatschappelijke thema’s, bekend als Corporate Social Justice. Nederlandse bedrijven worstelen met de vraag hoe ver ze moeten gaan in het innemen van standpunten over gepolariseerde maatschappelijke thema’s, zeker in het licht van de anti-woke beweging.

Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat 73% van de Nederlandse consumenten verwacht dat bedrijven standpunten innemen over maatschappelijke kwesties, maar slechts 42% van de ondervraagde bedrijven voelt zich comfortabel om dit publiekelijk te doen.

10. Governance: De bestuurlijke kant van je organisatie

Governance, het bestuurlijke element binnen ESG, groeit in 2025 uit tot misschien wel dé belangrijkste duurzaamheidsfactor. Waar milieu (E) en sociale factoren (S) al breed worden omarmd, realiseren steeds meer bedrijven zich dat governance essentieel is om écht duurzaam te opereren. Transparantie, verantwoordelijkheid en goed bestuur vormen het fundament van duurzaam succes.

Sterke governance betekent vooral duidelijkheid. Bedrijven kiezen in 2025 nadrukkelijk voor openheid over strategische besluitvorming, integriteit, ethische standaarden en de verankering van ESG-doelen in hun kernprocessen. Hierdoor ontstaat vertrouwen bij stakeholders, investeerders en klanten, en worden risico’s rondom reputatieschade aanzienlijk beperkt.

Een opvallende ontwikkeling hierbij is de integratie van ESG-principes in het inkoopbeleid, ook wel bekend als Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI). Bedrijven kijken niet meer alleen naar prijs en kwaliteit, maar juist naar de duurzaamheid en maatschappelijke impact van hun leveranciers en partners. Zo wordt governance direct gekoppeld aan tastbare resultaten in de hele keten.

Daarnaast zetten bedrijven volop in op datagedreven governance, ondersteund door kunstmatige intelligentie en geavanceerde analytics. Hierdoor kunnen bestuurders proactiever en ethischer handelen, wat leidt tot betere langetermijnbeslissingen en minder risico.

De transitie van sec “shareholder-value” naar ‘stakeholder-value” vraagt om lef. Het vraagt om leiders die het voortouw durven te nemen en beslissingen durven te nemen. Beslissingen die niet altijd even enthousiast ontvangen zullen worden door de aandeelhouder. Een duurzame leider is dus per definitie geen “softy”, maar juist een leider die stelling durft te nemen.

De afgelopen jaren zien we een duidelijke verschuiving in hoe bedrijven communiceren over hun duurzame ambities en activiteiten. Er heerst gelukkig steeds meer een gevoel van authenticiteit, al dreigen we daarin soms iets te ver door te schieten. Natuurlijk mag en moet je laten zien welke goede dingen je doet. Critici zullen er altijd zijn, maar te voorzichtig communiceren kan juist kansen laten liggen. Tegelijkertijd lijkt het tijdperk van de ‘groene etaleur’, die vooral mooie praatjes verkoopt, definitief voorbij. Bedrijven die naar buiten treden met hun duurzame inspanningen doen er verstandig aan hun claims onafhankelijk te laten toetsen. Dat voorkomt vervelende verrassingen en vergroot de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van je boodschap aanzienlijk.

In 2025 is governance dus geen vrijblijvende optie meer, maar hét fundament van duurzame groei en toekomstbestendige organisaties. Wie deze trend serieus neemt, verzekert zich van een stevige voorsprong op de concurrentie.

Belangrijkste ontwikkelingen:

  • Transparantie en integriteit centraal in governance: Openheid, eerlijkheid en betrouwbaarheid worden steeds meer leidend in besluitvormingsprocessen en bestuur, waardoor vertrouwen wordt gecreërd en reputatierisico’s verminderd.
  • ESG-principes structureel geïntegreerd in bedrijfsvoering waaronder inkoopbeleid (MVI): Bedrijven verankeren duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid structureel in alle bedrijfsactiviteiten, waaronder het inkoopbeleid (MVI), waardoor ze hun positieve impact vergroten en risico’s in de keten verminderen.
  • Groei van datagedreven besluitvorming en ethisch bestuur: door gebruik te maken van data-analyse en digitale technologie kunnen bestuurders betere, ethisch verantwoorde beslissingen nemen, waarmee ze risico’s verminderen en duurzame resultaten verbeteren.
ESG Trends Contact

Conclusies en aanbevelingen voor ESG-managers

Het duurzaamheidslandschap voor Nederlandse bedrijven is complex en volop in beweging. De volgende aanbevelingen, gebaseerde op de eerder genoemde ESG trends, kunnen ESG-managers helpen om effectief te navigeren in dit veranderende speelveld:

  1. Verbind duurzaamheid met strategie en kernactiviteiten: In een tijd van toenemende regeldruk en politieke weerstand is het cruciaal om duurzaamheid te verankeren in de kernstrategie en waardepropositie van het bedrijf, in plaats van het te behandelen als een compliance-kwestie.
  2. Voorbereid zijn op de nieuwe realiteit: Begin tijdig met het opzetten van robuuste dataverzamelings- en rapportageprocessen rondom ESG. Zie dit niet alleen als een compliance-oefening maar als kans om inzicht te krijgen in de mate waarin duurzaamheid is geïntegreerd in de bedrijfsvoering. ESG is immers here to stay. En de vraag (of druk) om ESG informatie aan te leveren zal de komende jaren alleen maar toenemen.
  3. Navigeer politieke polarisatie zorgvuldig: Wees bewust van de toenemende politieke polarisatie rond duurzaamheidsthema’s. Communiceer duidelijk over de zakelijke relevantie van duurzaamheidsinitiatieven en vermijd waar mogelijk politiek geladen terminologie.
  4. Verschuif van klimaatmitigatie naar bredere waardeketen-impact: Zorg voor een gebalanceerde duurzaamheidsaanpak die niet alleen focust op CO2-reductie, maar ook op thema’s als biodiversiteit, circulariteit en sociale impact in de hele waardeketen.
  5. Benut technologie verantwoord: Omarm de kansen die AI en andere digitale technologieën bieden voor duurzaamheidsoptimalisatie, maar wees kritisch over hun ecologische voetafdruk en ethische implicaties.

 

Het Nederlandse bedrijfsleven verduurzaamt gestaag, maar de vooruitgang is ongelijk verdeeld over verschillende thema’s. ESG-managers spelen een cruciale rol in het versnellen van deze transitie, terwijl ze tegelijkertijd moeten navigeren in een steeds complexer politiek en maatschappelijk landschap.

Wil je aan de slag met ESG in jouw organisatie?

De ESG trends laten zien dat ESG niet langer een keuze is, maar een noodzaak voor toekomstbestendige bedrijven. Of je nu in de beginfase zit van je duurzaamheidsreis of je strategie wilt verdiepen, wij helpen je graag verder.

Robin Good begeleidt organisaties bij het implementeren van effectieve ESG-strategieën die zowel impact maken als zakelijk voordeel opleveren. Onze aanpak is praktisch, resultaatgericht en afgestemd op jouw specifieke branche en doelstellingen.

Neem vandaag nog contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek over hoe wij jouw organisatie kunnen helpen verduurzamen. Samen zetten we duurzaamheid om in duurzaam succes!

Robin Good

Contact opnemen

Laat je gegevens achter en we nemen direct contact met je op!

×