Wat is CSRD

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een nieuwe EU-richtlijn die voor veel bedrijven van kracht wordt vanaf boekjaar 2024. Deze richtlijn maakt het rapporteren van niet-financiële informatie net zo belangrijk als traditionele financiële verslaggeving en stelt dat aangeleverde informatie van minimaal eenzelfde kwaliteit moet zijn. Dit betekent dat bedrijven, naast hun financiële resultaten, ook informatie moeten verschaffen over hun prestaties op het gebied van milieu, maatschappij en hun bestuurlijke inrichting (Environment, Social, Governance. ESG-aspecten).

De CSRD is een logisch gevolg van de Europese Green Deal en het bijbehorende actieplan ‘Financing Sustainable Growth’, die beide gericht zijn op de transformatie van de EU naar een moderne, concurrerende economie. Deze economie werkt voor mensen en zorgt voor stabiliteit, banen, groei en investeringen. Het doel van de EU is om in 2050, als eerste economische blok ter wereld, netto geen broeikasgassen meer uit te stoten.

Maar waarom is dit zo belangrijk? Bedrijven zijn namelijk belangrijke stakeholders in de maatschappij en hun prestaties op het gebied van duurzaamheid-aspecten hebben invloed op de welvaart van mens en milieu. Hierdoor is het van groot belang dat bedrijven transparant zijn over hun prestaties op dit gebied. Dit bevordert de verantwoordelijkheid en de verantwoording van bedrijven voor hun impact op de maatschappij en het milieu.

Europese Green Deal

Waarom komt de CSRD er?

De EU vindt al lange tijd dat beleggers en consumenten recht hebben op begrip van de impact van bedrijven op een heldere, gemakkelijk vergelijkbare manier. Hoewel bestaande regels, zoals de NFRD (Non Financial Reporting Directive), al een stap in deze richting betekenden, was de conclusie dat ze niet voldoende waren.

Beleggers vonden dat veel ESG-rapporten belangrijke of nuttige informatie weglieten, verschillende meetmethodes gebruikten en verschillende focusgebieden hadden. Dit maakte het moeilijk om de data te vertrouwen of bedrijven met elkaar te vergelijken. Zoals de Europese Unie heeft geconcludeerd kan dit een effect hebben op duurzaam beleggen, een van zijn belangrijkste focusgebieden.

Met de CSRD wil men een gedeeld kader voor het rapporteren van niet-financiële gegevens vaststellen. Het idee is dat door grondige, robuuste, gestandaardiseerde rapporten af te dwingen, iedereen – van beleidsmakers en beleggers tot klanten en consumenten – geïnformeerde beslissingen kan nemen over de ESG-prestaties van een bedrijf en de impact die zij op de wereld maken.

Om de betrouwbaarheid van het duurzaamheidsrapport te borgen is een rol voor de accountant ingebakken, daarmee wil de EU greenwashing voorkomen. De rol van de accountant in de CSRD is dat zij hun goedkeuring op de CSRD rapportage moeten geven. Dit is vergelijkbaar met de goedkeurende accountantsverklaring op het financiële jaarverslag. De accountant heeft in dat geval het verslag getoetst op de betrouwbaarheid van de cijfers en heeft daarbij inzicht in de processen gekregen zodat deze ook in staat is deze toetsing te doen. Deze assurance maakt dat het jaarverslag meer zekerheid biedt. Deze zelfde accountant gaat ook de CSRD rapportage controleren en voorzien van een verklaring. Daarmee wordt de kwaliteit en transparantie in de duurzaamheidsrapportage geborgd.

Welke bedrijven vallen onder de CSRD?

De CSRD geldt voor grotere bedrijven die aan twee van de volgende criteria voldoen:

  • De omzet is hoger dan €40 miljoen per jaar
  • Een balanstotaal van meer dan €20 miljoen
  • Meer dan 250 medewerkers (gemiddeld over een jaar)

Naar schatting zullen uiteindelijk meer dan duizend bedrijven in Nederland aan de CSRD moeten voldoen. Dit geldt ook voor dochters van niet-EU ondernemingen. Voor niet-EU ondernemingen die een (geconsolideerde) omzet van meer dan €150 miljoen in de EU halen, zal een speciaal toelichtingen regime ontwikkeld worden.

Hoe richt ik een CSRD rapportage in?

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) bevat toelichtingsvereisten voor een groot aantal Environmental, Social en Governance (ESG) aspecten. Hieronder een aantal voorbeelden van onderwerpen die onderdeel zullen zijn van de CSRD:

  • Arbeidsomstandigheden
  • Biodiversiteit
  • Corporate Governance
  • Diversiteit en gelijke behandeling
  • Emissies en afval
  • Energie- en watergebruik
  • Integriteit en anti-corruptie
  • Klimaatverandering
  • Maatschappelijke betrokkenheid
  • Mensenrechten

Corporate Sustainability Reporting Directive

Het is belangrijk om te weten dat de CSRD bedrijfsspecifiek is. Dit betekent dat bedrijven slechts enkele algemene verplichtingen hebben, maar vooral verplicht zijn om informatie te verschaffen over onderwerpen die relevant zijn voor hun specifieke bedrijfsactiviteiten.

De CSRD-rapportage zal minimaal aan de volgende vijf vereisten moeten voldoen.

  1. Bedrijven moeten rapporteren over materiële duurzaamheidsontwikkelingen die mogelijk financiële risico’s kunnen veroorzaken. Dit omvat problemen zoals grondstoffenschaarste, extreem weer en transitierisico’s.*
  2. Bedrijven moeten rapporteren over hun ecologische en sociale impact op mens en milieu, inclusief zaken zoals biodiversiteitsverlies en mensenrechtenschendingen in de gehele keten.*
  3. De richtlijn vereist dat bedrijven hun langetermijndoelstellingen vaststellen, de voortgang meten en daarover rapporteren.
  4. Naast financiële informatie moeten bedrijven ook niet-financiële indicatoren zoals sociaal kapitaal rapporteren.
  5. Tevens wordt er een verplichte ‘limited assurance’ ingevoerd, wat inhoudt dat bedrijven een externe accountantscontrole moeten ondergaan.

*De eerste twee onderdelen worden ook wel beschreven als de dubbele materialiteit.

Inmiddels is het framework, zeg maar de structuur, van de CSRD bekend. Deze maakt gebruik van de ESRS, welke weer ingedeeld is volgens het ESG principe. Wat we al vermoeden blijkt uit te komen. Om het overzichtelijk te houden hebben we de ESRS structuur hieronder voor je weergegeven in een schema.

CSRD Structuur

Welke vereisten bevat de CSRD-rapportage?

Er zijn een aantal zaken waarvan we al weten dat die hun plekje binnen de CSRD zullen krijgen. Deze zijn (onder andere):

    • EU-Taxonomie: Een classificatiesysteem dat is opgesteld, in het kader van de Europese Green Deal, om te verduidelijken welke investeringen ecologisch duurzaam zijn. Het doel van de taxonomie is om greenwashing te voorkomen en investeerders te helpen groenere keuzes te maken (een van de speerpunten van de EU).
    • Dubbele Materialiteit: Organisaties moeten zowel de impact van hun bedrijf op sociale en milieukwesties bekendmaken, alsook hoe deze kwesties waarschijnlijk van invloed zullen zijn op het bedrijf in de toekomst.
    • Scope-3: De CSRD zal oproepen tot openbaarmaking van Scope 3-emissies. Dit zijn de indirecte CO2-emissies van alle andere bij de organisatie aangesloten bedrijven in de gehele toeleveringsketen.
    • Toeleveringsketen: Ook zal de onderneming verslag moeten doen over de arbeidsomstandigheden in de toeleveringsketen.
    • Terug- en vooruitkijken: Bedrijven zullen analyses moeten verstrekken over het verleden, het heden en de toekomst. Dit betekent het delen van kwantitatieve informatie (zoals de tot nu toe gemeten impact) en kwalitatieve informatie (zoals doelstellingen, strategie en risicobeoordeling).
    • Audit: Het rapport zal verplicht een ​​auditproces moeten doorlopen om de juistheid ervan te verifiëren voordat het wordt gepubliceerd. Deze rol zal komen te liggen bij de accountant die ook de jaarrekening controleert.

Bedrijven worden verwacht alle informatie gerelateerd aan CSRD te verstrekken in hun jaar- of managementrapporten. Dit is om ervoor te zorgen dat financiële en ESG-informatie tegelijkertijd gepubliceerd wordt en als geheel wordt beschouwd, in plaats van als twee aparte entiteiten.

De informatie die op grond van de CSRD moet worden verstrekt, moet bovendien in een speciale vorm worden gegoten in overeenstemming met het zogenoemde European Single Electronic Format (ESEF). Dit format maakt de informatie uit de rapportage onder meer machine-readable, waardoor het snel online te vinden is. En nog belangrijker: het onderling vergelijken van ondernemingen wordt hierdoor een stuk makkelijker, wat de inhoud en hoeveelheid van de beschikbare duurzaamheidsinformatie een concurrentieaspect maakt. De verwachting is daarom dat duurzaamheid een volwaardige waardedrijver bij investeringen wordt. Dit is al terug te zien in bijvoorbeeld de SFDR, op grond waarvan beleggingsfondsen worden aangezet om geld duurzamer in te zetten. Deze ontwikkeling zal in toenemende mate aan belang winnen door nieuwe wetgevingsinitiatieven zoals de CSRD.

De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) heeft in april 2022 een ontwerp versie van de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) gepubliceerd en deze is geüpdatet in november 2022. De gepubliceerde ESRS bestaat uit 14 leidende documenten.  Deze leidende documenten bevatten aanbevolen indicatoren en richtlijnen voor duurzaamheidsverslaglegging op het gebied van sociale, ecologische en bestuurlijke aspecten. Op 22 juni 2023 is de definitieve versie van de ESRS gepubliceerd. Deze versie is aangeboden om feedback van het publiek op te halen. Net na de zomer is de definitieve versie ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Europees Parlement. In de sectie update 23 juni onderaan deze pagina lichten we de wijzigingen in die update toe.

Wanneer komt de CSRD? Wat is de CSRD-tijdlijn?

        • 2022 – goedkeuring tekst CSRD in Europees parlement;
        • 2023 – juni publicatie definitieve ESRS
        • 2024 – CSRD van kracht voor alle bedrijven die nu al NFRD-plichtig zijn;
        • 2025 – Alle bedrijven die aan twee of meer van de drie eisen voldoen;
        • 2026 – Alle (beursgenoteerde) MKB bedrijven moeten rapporteren, waarschijnlijk met een meer vereenvoudigd rapportage model.

Hierbij moet worden opgemerkt dat bedrijven uit de eerste categorie in 2025 hun eerste rapporten moeten publiceren over het boekjaar 2024.

De eerste vijf tot zes jaar valt de rapportage onder de zogenaamde Limited Assurance, daarna schuift deze op naar de Reasonable Assurance. In eerste instantie wordt dus vooral naar het volgen van het juiste proces gekeken en pas in de tweede fase doet de accountant ook een uitspraak over de logica van de rapportage. Dit is redelijk te vergelijken met de verklaring die een accountant geeft over het jaarverslag van een onderneming.

Kleinere bedrijven en de CSRD

Hoewel veel bedrijven niet direct onder de CSRD vallen, is het belangrijk voor kleinere bedrijven om te begrijpen dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt in onze maatschappij. Klanten, leveranciers, investeerders en werknemers verwachten namelijk steeds meer dat bedrijven verantwoording afleggen over hun prestaties op ESG-gebied. Ook kleinere bedrijven kunnen hun duurzaamheidsprestaties rapporteren. Dit kan hun reputatie en vertrouwen versterken en hen in staat stellen om aan de verwachtingen van stakeholders te voldoen.

Daarnaast zullen veel kleinere bedrijven toch geconfronteerd worden met de CSRD. Want de CSRD-plichtige bedrijven zullen informatie over hun toeleveringsketen opvragen bij hun leveranciers. Vaak zijn dat bedrijven die zelf niet vallen onder de CSRD verplichtingen, maar dus wel specifieke informatie moeten aanleveren.

Kleine bedrijven en CSRD

Wat zijn de voordelen van CSRD?

Duurzaamheid gaat al snel over ketensamenwerking. De impact van je eigen organisatie houdt niet op bij je eigen “boundary” zoals dat zo mooi heet in de wereld van certificeringen.

Met de boundary wordt de omgeving van je organisatie bedoeld waar je directe invloed op hebt. Deze omgeving is bepalend voor bijvoorbeeld je CO2 footprint berekening.

Wil je verbeteringen doorvoeren, dan moet je al snel in gesprek met je toeleveranciers en afnemers. De waardeketen dus. De CSRD richtlijn maakt dat je jouw waardeketen in kaart moet brengen en in gesprek moet gaan met deze partijen. En daar is CSRD niet uniek in. Er zijn voldoende andere uitdagingen die maken dat je met je keten in gesprek gaat. Denk aan innovatie, digitalisering en automatisering.

Ketensamenwerking zorgt voor een sterkere keten met voordelen voor alle partijen. Innovaties om de keten beter, sneller, goedkoper of duurzamer te maken gaan hand in hand. Bedrijven die aan de slag gaan met de CSRD ervaren dan ook dat hier veel voordelen te behalen zijn. Supply Chain Management is dus cruciaal voor de verduurzaming van je organisatie en de invulling van de CSRD.

Om te beginnen raden wij aan je stakeholders goed in kaart te brengen. Zo krijg je niet alleen een overzicht van welke partijen er in je keten zitten, maar ook welke invloed jouw bedrijf op de stakeholders (en andersom) heeft. Daarmee bepaal je namelijk de materialiteit van jouw stakeholders. Grondregel is daarbij dat als een stakeholder van grote invloed is op jouw bedrijfsvoering, of andersom, dan is de materialiteit groot. En hoe groter de materialiteit, hoe meer er van jou verwacht wordt.

Laat ik dat uitleggen met een voorbeeld. Een producent van machines koopt een elektromotor in die van essentieel belang is voor de werking van de machine. De betreffende machine is goed voor 24% van de omzet van het bedrijf en de betreffende motor neemt 60% van de kosten van de machine voor haar rekening. De specificaties van de motor maakt ook nog eens dat we deze maar bij twee toeleveranciers kunnen inkopen. We kunnen dus gerust stellen dat deze leverancier voor het voorbeeldbedrijf een materieel stakeholder is. Daarom weegt de onderzoeksplicht naar de omstandigheden waarin deze motor wordt gebouwd zwaarder mee dan bijvoorbeeld die van de wieltjes waarop de machine rolt en die nog geen procent van de kosten van de machine vertegenwoordigen en relatief generiek zijn.

Door het in kaart te brengen van je stakeholders en daar een materialiteitsanalyse op los te laten ontwikkel je feitelijk een actieplan op basis waarvan jij aan de slag kunt gaan met je waardeketen. De CSRD stimuleert het keten-deken en verwacht mag worden dat dit naast duurzaamheidseffecten ook kostenbesparingen en andere innovaties zal opleveren.

Welke uitdagingen kent de CSRD?

Omdat de vereisten van het CSRD veel gedetailleerder zijn dan die van de NFRD, zullen bedrijven enorme hoeveelheden data moeten verzamelen, die allemaal nauwkeurig en verifieerbaar moeten zijn. Bijvoorbeeld de scope 3-uitstoot. Deze gaat veel verder gaat dan de directe CO2-uitstoot van een bedrijf en kijkt naar alles van upstream tot downstream en van transport en distributie tot het gebruik van verkochte producten.

Bedrijven die al rapporteren volgens de NFRD zullen daarom een steile leercurve moeten overwinnen, terwijl bedrijven die voor het eerst een duurzaamheidsrapport moeten opstellen onder het CSRD een nog veel grotere uitdaging hebben.

Het voldoen aan de nieuwe regelgeving zal naar verwachting aanzienlijke kosten met zich meebrengen, dus het is belangrijk dat ondernemingen nu alvast rekening houden met deze kosten en ze opnemen in hun budget voor de komende jaren.

Belangrijk is dat het CSRD in nationaal recht wordt opgenomen in de hele EU. Afhankelijk van hoe strikt individuele landen zijn met betrekking tot handhaving, kan niet-naleving leiden tot boetes of vervolging, wat een serieus bedrijfsrisico kan betekenen voor organisaties.

De CSRD zal ongetwijfeld veel uitdagingen met zich meebrengen, maar kan ook kansen bieden voor ondernemingen die bereid zijn zich aan te passen en proactief te handelen. Het zal veel aanpassingsvermogen van ondernemingen vragen om succesvol te zijn in deze nieuwe regelgevende omgeving.

Hoe sluit de CSRD aan op ander wetten en richtlijnen?

Met zoveel verschillende verplichtingen en wetgevingen kan het uitdagend zijn om te begrijpen hoe deze allemaal samenwerken.

Zoals al eerder vermeld, zal CSRD de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) uitbreiden en vervangen.

De verplichting zal ook echter zaken omvatten die al in bestaande EU-regels zijn vastgelegd, zoals:

  • Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), wat ESG-openbaarheidsverplichtingen vaststelt voor deelnemers aan financiële markten;
  • EU-Taxonomie, een classificatiesysteem voor milieuvriendelijke economische activiteiten.

Het CSRD, de SFDR en de EU-Taxonomie werken samen om duurzame beleggingen te bevorderen. Door ze samen te bundelen, is het doel om eisen te aligneren, complexiteit te verminderen en het risico op dubbele rapportageverplichtingen te vermijden.

Interoperabiliteit met andere standaarden

Wat betreft de samenwerking met wereldwijde standaardinitiatieven: de Europese Commissie geeft aan dat ze nauw heeft samengewerkt met de International Sustainability Standards Board (ISSB) en het Global Reporting Initiative (GRI) om ervoor te zorgen dat ESRS goed samenwerkt met hun normen. Ze hebben aanpassingen gemaakt aan de ontwerp-ESRS op basis van deze samenwerking om ervoor te zorgen dat alles goed op elkaar aansluit.

Zijn er alternatieven voor de CSRD?

Er zijn veel alternatieve manieren waarop kleinere bedrijven hun duurzaamheidsprestaties kunnen rapporteren, zoals het gebruik van duurzaamheidsrapportage-initiatieven. Let wel; dit geldt uiteraard alleen voor bedrijven die niet CSRD plichtig zijn. Is jouw bedrijf CSRD plichtig, dan mag je uiteraard ook andere rapportages opstellen, maar ben je altijd verplicht in ieder geval te rapporteren conform de CSRD richtlijnen. Alternatieven zijn de Global Reporting Initiative, de Sustainability Accounting Standards Board en de ISO-26.000. Bedrijven kunnen ook hun prestaties rapporteren via hun website of andere communicatiekanalen. Er zijn ook veel gratis hulpmiddelen beschikbaar om kleinere bedrijven te helpen bij het verzamelen en rapporteren van hun duurzaamheidsgegevens.

Er zijn verschillende manieren waarop bedrijven hun duurzaamheidsprestaties kunnen vastleggen. Hieronder een aantal voorbeelden:

  • Integratie in financiële verslaggeving: Veel bedrijven integreren hun duurzaamheidsprestaties in hun financiële verslaggeving, zoals in de jaarrekening of in een Corporate Social Responsibility (CSR) rapport.
  • Onafhankelijke assurance: Bedrijven kunnen hun duurzaamheidsprestaties laten beoordelen door een onafhankelijke partij, zoals een externe accountant of een duurzaamheidsadviesbureau. Deze partij kan een assurance-verklaring afgeven over de betrouwbaarheid van de gegevens. Een methode die hierbij kan worden gebruikt is de ISO-26.000.
  • Keurmerk: Bedrijven die belang hebben bij een onafhankelijk getoetste verklaring over hun duurzaamheidsprestaties kunnen kiezen voor een keurmerk. Deze worden middels een externe onafhankelijke audit getoetst. De meest bekende zijn: MVO-Prestatieladder, B-Corp en Eco-Vadis.

Er zijn daarnaast ook nog enkele keurmerken die een specifiek onderdeel monitoren. Denk aan de PSO welke de sociale kant van een onderneming meet en vastlegt. Maar daarover hebben we in een ander blog al eens geschreven en dus verwijs ik daar graag naar.

Bedrijven die al gewend zijn aan een van deze methodes zullen sneller en makkelijker de stap naar CSRD kunnen maken. Het is dus aan te raden hier nu al mee te starten.

Wat is CSRD wetgeving onderdelen iso 26000

Moet ik me aan de CSRD richtlijn houden?

Ondanks het feit dat de CSRD alleen maar rapportageverplichtingen bevat, zullen ondernemingen door deze nieuwe wetgeving gehouden zijn goed stil te staan bij hun huidige bedrijfsvoering en de inrichting van hun governance. Investeerders zullen in het kader van hun onderzoeksplicht actief op zoek gaan naar duurzame aspecten en vooral ook naar niet-duurzame aspecten. Een onderneming die niet (voldoende) transparant is over duurzaamheidsinformatie of blootstaat aan grote risico’s door duurzaamheidsaspecten kan erg onaantrekkelijk zijn. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de positie van de onderneming op de markt en de potentiële investeerders zelfs afschrikken.

Nog niet helemaal duidelijk is op dit moment hoe sterk er gesanctioneerd zal worden op bedrijven die zich niet houden aan de CSRD verplichtingen. Naar verwachting zullen deze nog voor deze de zomer bekend zijn.

Wat vindt Robin Good van de CSRD?

Dat het Europees Parlement werk maakt van het tegengaan van greenwashing juichen we toe. En ook dat er eindelijk een model komt wat zorgt dat alle Europese bedrijven op een zelfde manier moeten rapporteren. Dat zorgt voor overzicht en inzicht voor alle stakeholders en maakt het speelveld gelijk voor alle spelers.

Waar we nog wel benieuwd naar zijn, is of bepaalde huidige standaarden inwisselbaar zijn. Wanneer ik nu trede 5 op de CO2 Prestatieladder heb, is dat dan voldoende voor mijn rapportage over mijn voetprint? Of andersom accepteert de opdrachtgever (vaak de overheid) een CSRD-rapportage als gelijkwaardig alternatief voor mijn CO2 Prestatieladder? Wij denken dat daar nog veel te winnen is. Zo zou de CSRD er zelfs voor kunnen zorgen dat er minder lasten bij de onderneming terecht komt vanwege al het bijbehorende papierwerk. En dat gaat de acceptatie en het draagvlak vergroten.

Voor velen lijkt de CSRD nog ver weg, maar veel bedrijven moeten dus al vanaf boekjaar 2024 hun voortgang monitoren en het jaar erop zullen nog meer bedrijven ditzelfde moeten doen. Vergeet daarbij niet dat om te kunnen rapporteren je eerst inzicht moet hebben, dan een visie ontwikkelen, en dan daadwerkelijke acties en activiteiten moet uitvoeren. Het lijkt dus allemaal ver weg, maar je moet echt eerder beginnen dan je denkt. Bereid je dus nu al voor. Begin eens met bijvoorbeeld een self-assesment op de ISO 26000.

De controle komt bij de accountant te liggen. Deze is gewend cijfers te controleren. De CSRD vraagt echter meer. Het gaat namelijk ook om het vastleggen van het proces en vooral monitoren van de genomen acties. Houdt daarbij in je achterhoofd dat de gemiddelde accountant grote moeite heeft mensen te vinden voor hun huidige werkzaamheden. Laat staan dat er mensen moeten worden opgeleid om ook de CSRD in hun werkzaamheden op te nemen.

UPDATE 23 november 2022

Goedkeuring raad Europese Commissie CSRD

De Raad heeft zijn definitieve goedkeuring gegeven aan de richtlijn voor het rapporteren van bedrijfssustainability (CSRD).

Dit betekent dat bedrijven binnenkort verplicht zullen zijn om gedetailleerde informatie over duurzaamheidskwesties te publiceren. Dit zal de verantwoordelijkheid van een bedrijf vergroten, tegenstrijdige duurzaamheidsnormen voorkomen en de overgang naar een duurzame economie vergemakkelijken.

In praktische termen zullen bedrijven moeten rapporteren over hoe hun bedrijfsmodel van invloed is op hun duurzaamheid en over hoe externe duurzaamheidsfactoren (zoals klimaatverandering of mensenrechtenkwesties) hun activiteiten beïnvloeden. Dit zal investeerders en andere belanghebbenden beter in staat stellen om geïnformeerde beslissingen te nemen over duurzaamheidskwesties.

De CSRD versterkt de bestaande regels voor niet-financiële rapportage die zijn ingevoerd in de Accounting Directive door de niet-financiële rapportagerichtlijn (NFRD) van 2014, die niet langer zijn afgestemd op de overgang van de EU naar een duurzame economie.

Nieuwe rapportageregels voor bedrijven

De CSRD introduceert gedetailleerdere rapportagevereisten en zorgt ervoor dat grote bedrijven en genoteerde kleine en middelgrote ondernemingen moeten rapporteren over duurzaamheidskwesties zoals milieu, sociale rechten, mensenrechten en governancefactoren.

De nieuwe rapportageregels voor duurzaamheid zijn van toepassing op alle grote bedrijven en op alle bedrijven genoteerd aan gereguleerde markten, met uitzondering van genoteerde micro-ondernemingen. Deze bedrijven zijn ook verantwoordelijk voor het beoordelen van de informatie die van toepassing is op hun dochterondernemingen.

De regels zijn ook van toepassing op beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen, rekening houdend met hun specifieke kenmerken. Gedurende een overgangsperiode is een vrijstelling mogelijk voor beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen, waardoor ze tot 2028 niet aan de richtlijn hoeven te voldoen.

Voor niet-Europese bedrijven geldt de verplichting om een duurzaamheidsrapport te verstrekken voor alle bedrijven die in de EU een nettocijferomzet van 150 miljoen euro genereren en die minstens één dochteronderneming of vestiging in de EU hebben die bepaalde drempels overschrijdt. Deze bedrijven moeten rapporteren over hun milieu-, sociale en governance (ESG) impact, zoals gedefinieerd in deze richtlijn.

De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van ontwerp-Europese normen. De Europese Commissie zal de uiteindelijke versie van de normen aannemen als een gedelegeerde handeling, na raadpleging van EU-lidstaten en een aantal Europese instanties.

Governance

Een belangrijke aanpassing is het terugbrengen van het onderdeel Governance, naar één sectie. Het deel wat gaat over de inrichting van je bedrijf is naar de Algemene Standaarden verhuisd. Op zich een logische keuze. In de huidige wereld zou op een fatsoenlijke manier zakendoen toch echt thuis moeten horen bij de basisbeginselen van bedrijfsvoering. En zo ook heeft de EFRAG geoordeeld. Met deze verplaatsing is dit onderdeel dan ook van toepassing op alle bedrijven en geldt er geen materialiteitstoetsing meer.

Ingangsdata

De toepassing van de verordening zal in vier fasen plaatsvinden:

– Rapportage in 2025 over het boekjaar 2024 voor bedrijven die al onderworpen zijn aan de NFRD;
– Rapportage in 2026 over het boekjaar 2025 voor grote bedrijven die momenteel niet onder de NFRD vallen;
– Rapportage in 2027 over het boekjaar 2026 voor genoteerde kleine en middelgrote ondernemingen (met uitzondering van micro-ondernemingen), kleine en niet-complexe kredietinstellingen en captive verzekeringsondernemingen;
– Rapportage in 2029 over het boekjaar 2028 voor derdelandsondernemingen met een nettocijferomzet boven 150 miljoen euro in de EU als ze minstens één dochteronderneming of vestiging in de EU hebben die bepaalde drempels overschrijdt.

UPDATE 22 juni 2023

De Europese Commissie (EC) heeft in juni 2023 maar liefst 12 zo goed als definitieve European Sustainability Reporting Standards (ESRS) de wereld in geslingerd en vraagt nu om feedback van het publiek. Ze hebben bekeken of de concept-ESRS die EFRAG eind november 2022 heeft voorgesteld, voldoen aan de CSRD en aan de doelen van de Europese Unie in het kader van de Europese Green Deal.

Gelukkig hebben ze de basisstructuur van de rapportage niet veranderd, zoals de opzet voor governance, strategie, impact, risicobeheer, en kansenbeheer, en de doelen en maatstaven. Ze blijven ook dezelfde brede thema’s behandelen op het gebied van milieu, maatschappij en governance.

De Europese Comissie heeft echter wel wat wijzigingen aangebracht om het rapporteren minder ingewikkeld te maken en de eerste toepassing van deze normen wat makkelijker te maken.

  1. Er zijn meer overgangsopties toegevoegd, vooral voor bedrijven met minder dan 750 werknemers.
  1. De EC de aanpak van materialiteit herzien: nu geldt een materialiteitsbeoordeling voor alle normen, behalve ESRS 2 “Algemene openbaarmaking”.
  1. Sommige publicaties zijn nu vrijwillig en er is meer flexibiliteit in de rapportage.
  1. Er is ook hard gewerkt aan het afstemmen van definities met ISSB en GRI om de internationale bruikbaarheid te verbeteren.

Kortom, er gebeurt van alles op het gebied van duurzaamheidsrapportage en het lijkt erop dat het nog eenvoudiger en toegankelijker wordt voor bedrijven en organisaties om aan de slag te gaan.

Materialiteitsbeginsel

Materialiteitstoetsing is een belangrijk onderdeel geworden van deze nieuwe standaarden. Bijna alle normen, behalve ESRS 2, de ‘Algemene toelichtingen’, moeten nu aan een materialiteitstoetsing worden onderworpen. Dit betekent dat bedrijven moeten beoordelen welke duurzaamheidskwesties echt van belang zijn als het gaat om welke informatie ze moeten rapporteren (standaard, openbaarmakingsvereiste, of datapunt).

Vroeger waren er bepaalde verplichte toelichtingen in de EFRAG-ontwerpen, zoals alle klimaatgerelateerde toelichtingen in ESRS E1. Maar nu hoeven bedrijven deze toelichtingen niet meer te geven als ze niet als materieel worden beschouwd. Alleen de ‘Algemene toelichtingen’ in ESRS 2 blijven verplicht.

Overgangsbepalingen

Er zijn wat extra overgangsregelingen toegevoegd door de EC, bovenop wat EFRAG al had voorgesteld. Ze hebben vooral de regels voor rapportage over de verwachte financiële effecten verduidelijkt:

  1. In hun allereerste jaar van rapportage mogen bedrijven de rapportage over verwachte financiële effecten van klimaat- en andere milieugerelateerde effecten, risico’s en kansen overslaan.
  1. Bedrijven mogen voor de eerste drie jaar van verslaggeving hun toelichtingen over verwachte financiële effecten beperken tot kwalitatieve informatie, met een paar uitzonderingen. Als het praktisch niet haalbaar is om kwantitatieve informatie op te stellen, geldt dit alleen voor klimaatgerelateerde financiële effecten.
  1. Voor het eerste rapportagejaar mogen bedrijven bepaalde openbaarmakingsvereisten en datapunten over hun eigen personeel (ESRS S1) overslaan, met betrekking tot zaken als sociale bescherming, werknemers met een handicap, gezondheid en veiligheid, en werk-privébalans.
  1. Bedrijven en groepen die niet meer dan 750 werknemers hebben, krijgen speciale vrijstellingen:

– In het eerste rapportagejaar mogen deze bedrijven alle eisen met betrekking tot hun eigen personeel (ESRS S1) en hun scope 3 GHG-emissies (datapunt van ESRS E1) overslaan.

– Gedurende de eerste twee rapportagejaren mogen deze bedrijven ook rapportage over biodiversiteit en ecosystemen (ESRS E4), werknemers in de waardeketen (ESRS S2), getroffen gemeenschappen (ESRS S3) en consumenten en eindgebruikers (ESRS S4) achterwege laten.

Het is belangrijk op te merken dat de duurzaamheidskwesties die onder ESRS vallen nog steeds moeten worden meegenomen in de materialiteitsbeoordeling. Bovendien moeten bedrijven nog steeds een korte beschrijving geven van al hun tijdgebonden doelen, beleidsmaatregelen, acties en relevante statistieken.

De CSRD en de ESRS-openbaarmakingsvereisten zijn ontworpen om duurzaamheidsrapportage geleidelijk in lijn te brengen met financiële rapportage. ESRS heeft tot doel om allerlei belanghebbenden te voorzien van relevante, vergelijkbare en betrouwbare informatie over de duurzaamheidsgerelateerde effecten, risico’s en kansen van een bedrijf.

Vanwege het strakke tijdschema voor de invoering van ESRS, waarbij bedrijven al in 2024 moeten rapporteren met deze nieuwe normen, moeten ze nieuwe systemen, gegevensverzamelingsprocessen en controles ontwikkelen om aan de nieuwe rapportagevereisten te voldoen.

Publicaties

Flexibiliteit

De CSRD heeft meer flexibiliteit in bepaalde rapportagevereisten opgenomen. Een voorbeeld: ESRS S1 heeft nu wat ruimte voor aanpassingen gecreëerd als het gaat om het delen van belangrijke informatie over werknemers. Ze hebben de drempel voor het openbaar maken van landspecifieke gegevens aangepast van “landen met 50 of meer werknemers” naar “landen waar de werknemers ten minste 10% van het totale personeelsbestand vertegenwoordigen”. Dit geeft bedrijven wat meer speelruimte.

Vrijwilligheid

Bepaalde informatie hoeven bedrijven nu niet meer verplicht te delen. Het gaat om zaken zoals het transitieplan voor biodiversiteit en ecosystemen (ESRS E4) en gegevens over niet-werknemers in ESRS S1 (denk aan zaken zoals lonen, sociale bescherming, veiligheid en gezondheid). Het is nu aan hen om te beslissen of ze deze informatie willen delen. Bovendien is het nu ook optioneel om uit te leggen waarom bepaalde duurzaamheidsonderwerpen als niet materieel worden beschouwd.

Daarnaast zijn de openbaarmakingsvereisten met betrekking tot corruptie en omkoping en de bescherming van klokkenluiders (ESRS G1) aangepast om te voorkomen dat ze in conflict komen met zelfbeschuldiging.

Hoe gaat het nu verder?

Wat is de laatste stand van zaken rondom de CSRD?

Wat staat ons te wachten en wat zijn de volgende stappen? De definitieve ESRS zal als EU-wetgeving worden aangenomen via een gedelegeerde handeling door de EC. Hierdoor wordt ESRS direct van toepassing op alle bedrijven die onder de CSRD vallen. Dit wordt naar verwachting eind juli 2023 of begin augustus 2023 voltooid. Volgens de CSRD moet de goedkeuring van de gedelegeerde handeling vóór eind augustus 2023 plaatsvinden om ESRS van toepassing te laten zijn op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2024. Na goedkeuring volgt een controleperiode van twee maanden (verlengbaar tot vier maanden) door het Europees Parlement en de Raad. Als er geen bezwaar wordt gemaakt, wordt ESRS vanaf 1 januari 2024 van kracht. Als er bezwaar wordt gemaakt, kunnen de normen niet worden gewijzigd, maar moet het proces voor de eerste set ESRS opnieuw beginnen.

De verstrekte standaarden zijn sectoronafhankelijke normen. In de komende jaren worden aanvullende sectorspecifieke normen, normen specifiek voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en normen specifiek voor niet-EU-bedrijven gefaseerd uitgegeven. Tegelijkertijd werkt de EFRAG aan de ontwikkeling van richtlijnen ter ondersteuning van de toepassing van sectoronafhankelijke normen. Deze richtlijnen zullen naar verwachting betrekking hebben op de materialiteitsbeoordeling en het opnemen van informatie over de waardeketen. De EFRAG heeft aangekondigd dat haar voorlopige plan is om deze richtlijnen in de zomer van 2023 uit te brengen. Bovendien heeft de EC aangekondigd dat ze een interpretatiemechanisme zal opzetten om de normen formeel te interpreteren.

 

Robin Good | Sustainability with a smile

Ons motto is niet voor niks, Sustainability with a smile! We vinden het belangrijk dat jij op een leuke manier aan de slag gaat met thema’s als duurzaamheid, MVO en ESG. Daarom hebben wij een programma ontwikkeld om jou en jouw organisatie op weg te helpen in de voorbereiding op de CSRD. Wil je weten hoe wij jou kunnen helpen met het realiseren van jouw CSRD rapportage en wil je ook weten waarom wij de CSRD de vergelijken met een Billy boekenkast? Neem dan contact met ons op.

Contact opnemen

Laat je gegevens achter en we nemen direct contact met je op!

×